Werken aan jeugdparticipatie
De stem van het kind horen, begint bij het luisteren door ons'
Achtergrond & context
In Nederland is sinds 1 maart 2009 wettelijk geregeld dat ouders bij hun echtscheiding verplicht zijn een ouderschapsplan op te stellen. Daarbij moeten zij aangeven op welke wijze kinderen zijn betrokken bij de afspraken over de gevolgen van de scheiding (art. 815 lid 4 Rv).
Het Expertisecentrum Kind en Scheiding richtte zich in een juridische en theoretische verkenning van het recht op participatie van het kind, anderzijds empirisch onderzoek onder professionals (rechters, mediators, (gedrags)deskundigen, ouders en jeugd) naar de praktijk van kindparticipatie in ouderschapsplannen. Een belangrijke conclusie is, dat hoewel de wettelijke plicht tot kindbetrokkenheid bestaat, de praktische concretisering vaak ontbreekt: veel ouderschapsplannen vermelden slechts in algemene bewoordingen dat kinderen “op leeftijdsadequate wijze zijn betrokken”, zonder duidelijk te beschrijven hoe dat is gebeurd. Kinderen hebben dus te maken met de enorme impact die een scheiding met zich meebrengt, zonder daar zelf invloed op te kunnen hebben en dat ze gebruik kunnen maken van het recht op ondrsteuning.
Rechten van het kind & juridische kaders
Het recht van het kind om gehoord te worden is verankerd in artikel 12 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). Dit recht impliceert dat kinderen kunnen deelnemen aan beslissingen die hen betreffen, in overeenstemming met hun leeftijd en ontwikkeling. In de wet is echter niet vastgelegd hoe die participatie eruit moet zien of vanaf welke leeftijd kinderen effectief moeten kunnen meepraten. Het Expertisecentrum Kind en Scheiding signaleert dat de juridische leemte een ruimte laat voor interpretatie en variatie in de praktijk. Vanuit het empirisch onderzoek signaleerde het Expertisecentrum Kind en Scheiding dat in scheidingen met veel conflict (problematische scheidingen) de betrokkenheid van een kindprofessional kan helpen om de mening en gevoelens van het kind op adequate wijze in te brengen, en te waarborgen dat het kind echt gehoord wordt in het proces. De rol van de rechter is belangrijk vanuit de taak te toetsen of het ouderschapsplan in overeenstemming is met het belang van het kind en of de manier van kindparticipatie voldoende is geborgd.
Praktijk van kindparticipatie: bevindingen
Het Expertisecentrum Kind en Scheiding ziet in de praktijk verschillende knelpunten én kansen:
- Vage formuleringen in ouderschapsplannen
In veel ouderschapsplannen ontbreekt een concrete beschrijving van hoe kinderen zijn betrokken. Er wordt vaak volstaan met woorden als “kinderen zijn betrokken” zonder uit te leggen welke vorm die betrokkenheid had. - Spanningsveld tussen participatie en bescherming
Soms wordt aarzeling gevoeld: in hoeverre is het wenselijk kinderen te betrekken in emotioneel beladen kwesties? Er is een risico dat een kind zich onder druk gezet voelt of verantwoordelijk wordt gemaakt voor keuzes. Het Expertisecentrum Kind en Scheiding benadrukt dat participatie moet worden afgestemd op de ontwikkeling en kwetsbaarheid van het kind. - Opvattingen en werkwijzen professionals
- Niet elke advocaat en mediator heeft (evenveel) ervaring met jeugd en kindparticipatie.
- Mogelijk zien sommige advocaten en mediators jeugdparticipatie vooral als een juridische verplichting, niet als proces waarin het kind écht meedenkt.
- Het is nodig dat er systemisch gewerkt wordt en van buitenaf expertise kan worden ingezet om de inbreng van een kind passend en veilig vorm te geven.
- Rechters verschillen sterk in hun benadering en toetsing van de kindparticipatie en inbreng. Sommige rechters vragen expliciet naar hoe het kind is betrokken, anderen minder. - Behoefte aan methodische ondersteuning
Er bleek een duidelijke behoefte onder professionals en diverse beroepsgroepen aan handvatten, richtlijnen en methodieken om kindparticipatie op een gestructureerde, betrouwbare en kindvriendelijke manier in de praktijk te brengen. - Verbetering via pilots en experimenten
Verschillende rechtbanken zoeken naar manieren en eigen beste mogelijkheden. Sommige rechtbanken werkten met een pilot waarbij gecheckt werd hoe ouders een gesprek met hun kind hebben gevoerd. De rechter kan beoordelen of het kind op passende wijze is betrokken.
Professionele begeleiding en KIES‑kindplannen
De bevindingen uit onderzoek en de praktijk van het Expertisecentrum Kind een Scheiding vormen een stevige wetenschappelijke en praktijkgerichte onderbouwing voor waarom en hoe KIES‑kindplannen en de aanpak van het Expertisecentrum Kind en Scheiding ten dienste van kinderen en hun gezinnen in een scheiding én het werkveld kan werken:
- Wetenschappelijke legitimatie van kindparticipatie
Onderzoek bevestigt dat kinderen recht hebben op inbreng bij afspraken die hen raken, mits dit zorgvuldig en passend wordt vormgegeven. Dat sluit direct aan op de visie van het Expertisecentrum Kind en Scheiding dat kinderen niet louter onderwerp zijn, maar participanten in het proces van de scheiding. - Noodzaak van methodiek en begeleiding
Omdat werkveld en professionals uiteenlopen in hun mogelijkheden, kennis en aanpak én de wet weinig sturing geeft over hoe participatie moet verlopen, is een methodisch kader essentieel. De KIES‑methodiek biedt gestructureerde instrumenten (zoals het KIES kindplan, het KIES grootouderplan, gespreksvormen op kindniveau door speciaal hiertoe geschoolde professionals) die kinderen stapsgewijs en veilig laten participeren. - Veiligheid en maatwerk
Het Expertisecentrum Kind en Scheiding waarschuwt voor het risico dat kinderen in emotioneel beladen situaties onbedoeld belast worden. De KIES‑aanpak erkent deze spanningen en bouwt in maatwerk: afhankelijk van leeftijd, emotionele toestand en gezinsdynamiek wordt gekozen voor passende vormen van inbreng (bijv. tekeningen, professioneel begeleide gesprekken, kindvriendelijke vragenlijsten) en tijdige verwijzing naar de best passende begeleiding. - Professionals als 'bemiddelaar' van de kinderstem
Omdat kinderen het vaak lastig vinden zelf hun mening te formuleren in juridische of oudergesprekken, is de rol van professionele begeleiders zoals getrainde KIES-professionals cruciaal. Zij kunnen helpen de stem van het kind te vertalen, respectvol in te brengen en te waarborgen dat ouders en rechters er serieus mee omgaan. - Versterking van de plankwaliteit en acceptatie
Door daadwerkelijke kindparticipatie wordt het ouderschapsplan niet alleen juridisch correcter, maar ook maatschappelijk en psychologisch geloofwaardiger. Ouders en kinderen hebben meer draagvlak voor afspraken die niet “over het hoofd” van het kind zijn gemaakt, maar mét het kind en waarin ongeacht of gekozen is voor de wensen van het kind, zij tenminste zijn gehoord en serieus zijn genomen. - Onderzoek & monitoring
Onderzoek en ervaring in de praktijk wijst op de behoefte aan empirische evaluatie van participatiepraktijken. KIES past hierin door een onderzoekscomponent te integreren bijvoorbeeld effectevaluaties en praktijkmonitoring om steeds te leren, bij te stellen en de kwaliteit te versterken.Zo is er de mogelijkheid de aanpak zo nodig te actualiseren, aanpassen en sterker te maken, zodat kinderen en ouders er echt iets aan hebben.

Samenwerken vanuit kernboodschappen
Organisaties en professionals zien het nut van domein overstijgend werken. Hoekan dit in de praktijk en waarvan moet de praktijk eerst doordrongen zijn?
- Kinderen hebben een wettelijk verankerd recht op inbreng bij scheidingsafspraken, maar de invulling daarvan is vaak vaag in de praktijk.
- Professionals verschillen sterk in hun visie, vaardigheden en gebruik van kindparticipatiemethoden.
- Methodiek en begeleiding zijn noodzakelijk om kindparticipatie op een veilige en betekenisvolle manier vorm te geven.
- De KIES‑aanpak en het overige werk van het Expertisecentrum Kind en Scheiding sluit goed aan op deze inzichten: met concrete instrumenten, aandacht voor maatwerk, professionele begeleiding en evaluatie wordt kindparticipatie geen vrijblijvend ideaal, maar een werkbare realiteit die bijdraagt aan betere, duurzamere afspraken.
