Begrippenlijst scheiding - begrijpelijke taal
Duidelijke taal geeft de ruimte om beter aan te sluiten als alles al zo ingewikkeld is'
Begrippenlijst Kind & Scheiding
Belangrijke begrippen bij (echt)scheiding in begrijpelijke taal
Als ouders uit elkaar gaan, komen er veel lastige woorden voorbij. Op deze pagina leggen we de belangrijkste begrippen uit die je kunt tegenkomen bij een scheiding. Of je nu kind bent, ouder, familielid of professional: deze lijst helpt om beter te begrijpen wat er bedoeld wordt.
Begrippen die je kunt tegenkomen bij een (echt)scheiding
Begrip | Uitleg in begrijpelijke taal |
---|---|
Bijzondere curator | Iemand die door de rechter wordt aangesteld om speciaal op te komen voor de belangen van het kind. Deze persoon praat met het kind en kijkt wat het beste is, vooral als ouders er samen niet uitkomen. |
Co-ouderschap / co-ouder | Als het kind ongeveer evenveel bij beide ouders woont en beide ouders betrokken blijven bij opvoeding en belangrijke beslissingen. |
Complexe scheiding | Een scheiding waarbij ouders langdurig en heftig ruzie maken. Dit kan schadelijk zijn voor het kind en zorgt vaak voor stress, verdriet of problemen thuis of op school. |
Emotionele ontwikkeling / welbevinden | Hoe een kind zich voelt, of het zich veilig en geliefd voelt, en zich goed ontwikkelt. Een scheiding kan invloed hebben op hoe een kind zich emotioneel ontwikkelt. |
Geregistreerd partnerschap | Een vorm van samenleven die lijkt op een huwelijk, maar dan zonder trouwen. Bij het uit elkaar gaan gelden vaak dezelfde regels als bij een echtscheiding. |
Gezag (ouderlijk gezag) | Het recht en de plicht om beslissingen te nemen over de opvoeding, verzorging, school, gezondheid en andere belangrijke zaken van een kind. Ouders kunnen samen gezag hebben, of één ouder alleen. |
Informatierecht | Het recht van een ouder zonder gezag om belangrijke informatie over het kind te krijgen, zoals van school of de dokter. Deze ouder beslist niet mee, maar wordt wel op de hoogte gehouden. |
Inwonende ouder | De ouder bij wie het kind het grootste deel van de tijd woont na de scheiding. |
Jeugdhulp / jeugdbescherming | Hulp of bescherming die wordt ingezet als het kind of het gezin hulp nodig heeft, bijvoorbeeld bij conflicten, zorgen over veiligheid of ontwikkeling. |
Kindgesprek / kindvertegenwoordiger | Gesprek waarin een hulpverlener of rechter luistert naar het kind om te horen wat het wil of nodig heeft. Soms is er iemand die namens het kind spreekt, zoals een bijzondere curator. |
Kinderalimentatie | Geld dat één ouder betaalt aan de andere ouder voor de kosten van het kind (zoals school, eten, kleding, hobby’s). Dit is verplicht. |
Kindplanning / omgangsregeling | Afspraken over wanneer het kind bij welke ouder is en hoe het contact verloopt. Ook wel ‘omgangsregeling’ genoemd. |
Loyaliteitsconflict | Gevoel van een kind dat het moet kiezen tussen beide ouders. Dit kan erg moeilijk en pijnlijk zijn, vooral als ouders ruzie maken. |
Mediation | Hulp van een neutrale begeleider (mediator) om samen afspraken te maken over de scheiding, bijvoorbeeld over de kinderen, geld of spullen. |
Nauwe persoonlijke betrekking | Een hechte band tussen een kind en iemand anders, zoals opa of oma, waarbij sprake is van vaak contact, gezamenlijke zorg of sterke betrokkenheid. |
Omgangsrecht / omgangsregeling | Het recht van een kind (en ouder of andere belangrijke persoon) om contact te hebben met elkaar. De omgangsregeling beschrijft hoe en wanneer dat contact plaatsvindt. |
Orde van de overdracht | De manier waarop het kind wisselt tussen ouders: waar, wanneer, en wie het kind brengt of haalt. Duidelijke afspraken hierover geven rust. |
Ouderschapsplan | Een plan dat ouders samen maken na de scheiding met afspraken over de zorg voor de kinderen: wie wat doet, wanneer het kind bij wie is, hoe ouders contact hebben, enzovoort. |
Overgang / overdracht | Het moment waarop een kind wisselt van het huis van de ene ouder naar de andere. |
Partneralimentatie | Geld dat de ene ouder na de scheiding aan de andere betaalt voor levensonderhoud. Dit is alleen van toepassing als ouders getrouwd waren of een geregistreerd partnerschap hadden. |
Privacy / vertrouwelijkheid | Het recht van kinderen en ouders om persoonlijke informatie privé te houden. Niet alles mag zomaar met anderen gedeeld worden. |
Rechterlijke uitspraak | Een beslissing die een rechter maakt als ouders er zelf niet uitkomen over bijvoorbeeld gezag, omgang of kinderalimentatie. |
Risicotaxatie | Een inschatting van professionals over hoe veilig of onveilig een situatie is voor het kind. Wordt gebruikt bij zorgen over veiligheid of welzijn. |
Samenwonende ouders / samenwoonrelatie | Ouders die samenleven zonder getrouwd te zijn of een geregistreerd partnerschap te hebben. Bij het uit elkaar gaan spreken we ook van een scheiding. |
Stiefouder / stiefmoeder / stiefvader | De nieuwe partner van een ouder. Deze persoon kan betrokken zijn bij het kind, maar heeft niet automatisch ouderlijke rechten of gezag. |
Veiligheid | Het gevoel van een kind dat het fysiek en emotioneel veilig is – thuis, op school en bij de overdracht tussen ouders. |
Verblijfsregeling | Afspraken over waar het kind woont en hoe de tijd verdeeld is tussen beide ouders. Soms woont het kind bij één ouder, soms bij allebei. |
Vechtscheiding | Een scheiding met veel ruzies, waarbij ouders niet goed meer met elkaar kunnen praten. Dit is vaak erg belastend voor kinderen. |
Voortgezet ouderschap (Wet) | Een wet die zegt dat ouders ook na de scheiding samen moeten blijven zorgen voor hun kind. Ze moeten blijven overleggen en afspraken maken in het belang van het kind. |
Wetswijziging | Veranderingen in de wet. Bijvoorbeeld wetten die bepalen hoe ouders en kinderen na een scheiding met elkaar moeten omgaan of afspraken moeten maken. |
Wijkteam / CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin) | Organisatie in de gemeente waar ouders en kinderen terecht kunnen voor hulp en advies bij opvoeding, scheiding, zorg en welzijn. |
Waarom deze lijst?
Scheiden is al moeilijk genoeg. Lastige woorden maken het soms nog verwarrender. Met deze lijst willen we helpen om duidelijkheid te geven zodat je weet waar het over gaat, en waar je terecht kunt voor hulp.
Voor wie is dit bedoeld?
Deze begrippenlijst is er voor:
- Kinderen en jongeren die meer willen weten over wat er speelt en bedoeld wordt;
- Ouders die samen of alleen zorgen voor hun kind(eren);
- Familie of betrokkenen zoals opa’s, oma’s, stiefouders of vrienden;
- Professionals die met kinderen en ouders werken, zoals leerkrachten, hulpverleners en advocaten.