Erkend door deelcommissie Jeugdzorg en psychosociale/pedagogische preventie 2020
De commissie vindt KIES een mooi en concreet uitgewerkt programma dat kindvriendelijk is weergegeven. De uitgevoerde RCT geeft goede aanwijzingen voor effectiviteit van KIES op het hoofddoel en een aantal subdoelen, als KIES wordt ingezet als selectieve preventie.
-Toelichting oordeel erkenningscommissie databank effectief bewezen jeugdinterventies NJI, december 2020-
Datum: 11 december 2020
Oordeel: Effectief volgens goede aanwijzingen voor effectiviteit
Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving ‘KIES voor het kind’.
Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut.
Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies
Inhoud
Samenvatting 4
Doelgroep 4
Doel 4
Aanpak 4
Materiaal 4
Onderbouwing 5
Onderzoek 5
1. Uitgebreide beschrijving 6
1.1 Doelgroep 6
1.2 Doel 10
2. Uitvoering 17
3. Onderbouwing 23
4. Onderzoek 38
4.1 Onderzoek naar de uitvoering 38
4.2 Onderzoek naar de effecten 38
5. Samenvatting werkzame elementen 42
6. Aangehaalde literatuur 43
Samenvatting
KIES (Kinderen In Een Scheiding) is een methodiek voor kinderen met gescheiden ouders in de leeftijd van 7-12 jaar en hun ouders. In een KIES groep wordt onder leiding van KIES coaches in acht bijeenkomsten het proces van de scheiding doorlopen. Hierbij leren de kinderen beter om te gaan met de situatie en de gevolgen die zij ervaren door de scheiding, zoals problemen en emoties rond de scheiding, met als doel emotionele en gedragsproblemen te voorkomen of te beperken. Voor ouders zijn er twee ouderbijeenkomsten: een informatie- en een evaluatiebijeenkomst.
Doelgroep
KIES is een preventief interventieprogramma op groepsbasis, gericht op kinderen met gescheiden ouders in de leeftijd van 7-12 jaar. Het betreft kinderen waarbij sprake lijkt te zijn van lichte problemen, doordat een of beide ouders of andere direct betrokkenen zoals school hiertoe aanwijzingen hebben, en/of doordat kinderen zelf aangeven mee te willen doen, omdat ook dat laatste een aanwijzing kan zijn voor lichte problemen die door belangrijke anderen niet worden opgemerkt. De interventie is vooral bedoeld voor en gericht op kinderen, maar betrekt ook ouders.
Doel
Het preventieve interventieprogramma KIES is ontwikkeld om kinderen van 7 tot 12 jaar te ondersteunen in het omgaan met de scheiding van hun ouders. KIES heeft als doel om mogelijke problemen rondom de scheiding, zoals een zwakke band met ouders, internaliserende of externaliserende problemen, slechte schoolprestaties en een verminderd zelfvertrouwen, van deze kinderen te voorkomen of te beperken en ervoor te zorgen dat zij een zo onbelemmerd mogelijke ontwikkeling kunnen doormaken. Bijkomend doel voor ouders is om hen te informeren over de gevolgen van de scheiding voor hun kinderen en hen handreikingen te bieden om hiermee om te gaan.
Aanpak
KIES is een groepsprogramma voor kinderen met gescheiden ouders onder professionele begeleiding van twee gecertificeerde KIES-coaches. Er zijn acht wekelijkse bijeenkomsten van een uur, waarbij wordt gewerkt aan de hand van verschillende werkvormen. Voor de ouders is er tenminste een informatiebijeenkomst vooraf en een evaluatiebijeenkomst achteraf, alsmede informatie op schrift.
Materiaal
KIES coaches ontvangen bij de training een handleiding met een gedetailleerde beschrijving, plan van aanpak ter implementatie en vragenlijsten en PR voor het draaien van KIES. De handleiding bevat tevens een beschrijving van allerlei verschillende werkvormen. Kinderen ontvangen tijdens deelname een eigen werkboekje en touwtje 5 behorende bij de KIES werkvorm ‘een knoop in je maag’. Voor ouders en kinderen is er informatie op de website www.kiesvoorhetkind.nl en een KIES folder. Voor professionals is er tevens een besloten community van de website waarop zij kunnen inloggen voor toegang tot PR, eventuele nieuwe materialen, informatie en uitwisseling.
Onderbouwing
Onderzoek laat zien dat een scheiding zowel korte als lange-termijn effecten kan hebben voor kinderen (o.a. Amato, 2010; Swartz–den Hollander et al, 2020). Daarnaast krijgt naar schatting 15 a 20% te maken met ernstige problemen, zoals loyaliteitsconflicten, traumaklachten of problemen rondom de hechting (o.a. Groenhuijsen, 2014; Van der Kolk, 2016; Van der Ploeg, 2013). KIES heeft als doel deze problemen te voorkomen of te beperken door kinderen te helpen met specifieke ontwikkelingstaken die zij moeten doorstaan (Van den Berg, 2018; Wallerstein & Blakeslee, 1989), sociale steun te bieden en ouders informatie te verschaffen over mogelijke gevolgen van hun scheiding. Door middel van het KIES coaching model leren de kinderen inzicht te krijgen in de eigen situatie en het zelf-oplossend vermogen te vergroten. Door het contact met andere kinderen die ook gescheiden ouders hebben kunnen kinderen makkelijker praten over hun gevoelens (Spruijt & Kormos, 2014). Door het gebruik van verschillende werkvormen haalt elk kind voordeel uit de bijeenkomsten. Een belangrijk onderdeel van KIES is het verminderen van schuldgevoel ten aanzien van de scheiding en het herkennen van misconcepties en deze vervangen door realistische opvattingen. Kinderen leren daarnaast hulp te vragen en beter te communiceren met ouders, wat hen helpt om beter om te gaan met de scheiding (Ägarne-Lindberg, Wadsby, & Berterö, 2009; Pedro-Carrol & Jones, 2015). De ouders van de kinderen worden betrokken bij de deelname van hun kind, zodat zij zich bewust worden van de impact van scheiding op kinderen in het algemeen, de mogelijkheden en keuzes die zij als ouders hebben en door middel van vragen en gesprekken met hun kind bewust worden van de behoefte van hun kind in het bijzonder (Brotherson, White, & Masich, 2010).
Onderzoek
In 2005 is er door de Universiteit Utrecht een quasi-experimenteel onderzoek verricht naar KIES. Uit de resultaten bleek dat meedoen aan KIES positief is voor kinderen en dat KIES een erg hoge waardering krijgt van zowel ouders als kinderen (Spruijt en collega’s, 2005). In de periode 2008-2013 is er een grootschalig gerandomiseerd controleonderzoek (RCT) naar KIES in het basisonderwijs uitgevoerd met voormeting, nameting en twee follow-up metingen. Kinderen die aan KIES hebben meegedaan laten over tijd een afname van probleemgedrag zien, een verbetering van de ouder-kind communicatie en een vermindering van schuldgevoelens ten aanzien van de scheiding vergeleken met kinderen uit de controlegroep (Pelleboer-Gunnink, Van der Valk, Branje, Doorn & Deković, 2015; van der Valk et al., 2013).
1. Uitgebreide beschrijving
1.1 Doelgroep
Uiteindelijke doelgroep
KIES is er voor kinderen met gescheiden ouders, in de leeftijd van 7-12 jaar, die deelnemen aan het regulier onderwijs. Zij vormen dan ook de primaire doelgroep. Indicatiecriteria bevinden zich hieronder. KIES kan worden omschreven als een selectief interventieprogramma en is dus niet curatief.
Intermediaire doelgroep
Hoewel KIES primair gericht is op kinderen, worden ouders ook betrokken bij de interventie.
Selectie van de doelgroep
Signalering en selectie vindt plaats binnen het regulier basisonderwijs of een instantie die werkt met KIES, zoals een wijk- of buurtteam of Centra voor Jeugd en Gezin (CJG). KIES is primair ontwikkeld voor scholen, omdat dit bij uitstek een plaats is waar alle kinderen komen, maar wordt inmiddels ook aangeboden in andere contexten zoals door professionals vanuit jeugdhulp of jeugdgezondheidszorg of school-maatschappelijk werk. De te volgen stappen voor werving en selectie worden beschreven in 1.3. NB bij KIES via het CJG is men op de hoogte van de situatie rond de scheiding en wordt KIES soms ook ingezet, bijvoorbeeld als traject naast het begeleiden van ouders.
● kinderen nemen deel aan het regulier basisonderwijs;
Screening
Bij schriftelijke toestemming van beide (gezaghebbende) ouders voor deelname van het kind, vindt een screening plaats bij de ouders, waarbij gekeken wordt naar mogelijke contra-indicaties en factoren waar voor de toelating en/of de uitvoering rekening mee gehouden moet worden. Deze screening is in de 1e fase via scholen, die als taak hebben kinderen waar zij zorg over hebben aan te melden bij een Zorg Advies Team of anderszins aan te dragen voor hulp. Daarnaast is er via de deelnameformulieren een screening of KIES geschikt is of iets anders aan ouders/kinderen aangereikt moet worden. Daarbij worden beide ouders actief bevraagd over de veiligheidssituatie thuis (o.a. misbruik of het vermoeden daarvan), over kenmerken van het kind (i.v.m. mogelijke contra-indicaties) en van de ouders (o.a. over een mogelijk langdurige conflictsituatie).
Contra-indicaties op het niveau van de ouders:
● Afwezigheid van toestemming van één of beide (gezaghebbende) ouders.
● Gescheiden ouders die in een ernstig langdurig conflict zijn, dus wanneer sprake is van complexe scheiding. Daarbij wordt uitgegaan van de definitie van complexe scheiding in de gereviseerde richtlijn scheiding en problemen van jeugdigen (“Een scheiding waarbij ouders door aanhoudende ernstige conflicten het belang en welzijn van de jeugdigen uit het oog verliezen, evenals het wederzijds belang.”; Van der Valk et al., 2020, p. 39).
● Gescheiden ouders waarbij sprake is van een onveilige thuissituatie (m.a.w. wanneer sprake is van (vermoedens) van kindermishandeling of misbruik, of andere vormen van huiselijk geweld). Ook in deze gevallen verwijst de KIES coach al dan niet i.s.m. de school door naar gespecialiseerde begeleiding, voor zover dit niet al gebeurd is door de school.
● Gescheiden ouders waarbij (in aanvulling op bovenstaande) sprake is van ernstige persoonlijkheids- of verslavingsproblematiek die op de voorgrond staan.
Contra-indicaties op het niveau van de kinderen:
● Een gebrek aan motivatie bij het kind, of te veel angst of andere reserves om deel te nemen. Wanneer er reserves zijn bij het kind, bestaat altijd de mogelijkheid om de eerste keer op proef mee te doen aan KIES.
● Kinderen met een (licht) verstandelijke beperking (NB deze kinderen zijn veelal niet in het regulier onderwijs, maar in bepaalde gevallen wel). Als deze kinderen goed kunnen functioneren in regulier onderwijs kunnen ze vaak ook deelnemen aan KIES, zo nodig met een aanpassing.
● Ernstige gedragsproblemen, o.a. sterk agressief of oppositioneel gedrag.
● Ernstige emotionele problemen, o.a. ernstig depressief, angstig, of anderzins internaliserend gedrag.
● Kinderen die vanwege de hierboven vermelde emotionele of gedragsproblemen in behandeling zijn bij Jeugdhulp of Jeugd GGZ.
● Kinderen die al deelnemen aan een ander intensief hulptraject dat gericht is op de ondersteuning na scheiding of anders, waardoor deelname aan KIES verwarrend voor het kind of te veel zou kunnen zijn. NB Ondersteuning die gericht is op andere aspecten dan scheiding, zoals sociale vaardigheidstraining, kanjertraining, etc, zijn niet perse een contra-indicatie voor deelname aan KIES. De KIES coach zal aanraden niet teveel tegelijk van kinderen te vragen.
● Kinderen die (nog) geen Nederlands kunnen spreken kunnen niet deelnemen aan KIES, vanwege het risico dat kinderen en coaches elkaar dan niet voldoende kunnen begrijpen.
De KIES trainers zijn opgeleid en getraind om bij school en ouders te checken of aan de indicatiecriteria wordt voldaan en of sprake is van contra-indicaties. Wanneer sprake is of lijkt te zijn van een contra-indicatie, verwijst de KIES coach indien nodig of relevant door naar gespecialiseerde begeleiding of instanties, voor zover deze nog niet in beeld zijn. Doorverwijzing van ouders of kinderen door de KIES coach vindt plaats in samenspraak met school.
Betrokkenheid doelgroep
KIES is ontstaan vanuit de praktijk. De ontwikkelaars van de eerste opzet en basis van KIES, (Snels-Dolron & de Kort), waren destijds werkzaam als zelfstandig ondernemer in jeugdzorg, opvoedondersteuning en onderwijs. Zij zagen in hun dagelijkse praktijk een steeds groter wordende groep kinderen na scheiding en de enorme behoefte van deze groep om gehoord en begeleid te worden. Een vraag die bij het praktijk onderzoek centraal stond is of kinderen behoefte hebben aan hulp bij het leren omgaan met de scheiding van hun ouders en op welke manier zij dit willen. Geconcludeerd kan worden dat kinderen graag hulp willen in de eigen omgeving. School is voor de meeste kinderen een fijne en veilige plek. Verder hebben zij voorkeur voor lotgenotencontact onder begeleiding van een onafhankelijk persoon. De begeleiding moet wel op een ‘leuke’ manier en niet door de eigen leerkracht, geven de kinderen aan. Daarnaast is aan ouders gevraagd hoe zij zich voelen over een aanbod voor hun kinderen in een situatie van scheiding. Veel ouders vinden het een goed en fijn idee om hun kinderen mee te laten doen en een aantal van hen zochten al naar ondersteuning. Er is op meerdere basisscholen in Den Bosch e.o. in groep 4 t/m 8 tussen 2002-2004 een pilot uitgevoerd met het draaien van een KIES groep.
Uit deze pilots is gebleken dat de school de laagdrempelige en goede plek is waar alle kinderen én hun ouders bereikt kunnen worden. Een voorbeeld van een aanpassing die is gemaakt n.a.v. de pilots is om de laatste bijeenkomst niet met kinderen en ouders samen te houden. Dit bleek te onveilig voor veel kinderen en bracht soms alsnog loyaliteitsproblemen met zich mee, terwijl de boodschap van KIES juist is om een onafhankelijke plek te bieden waar kinderen zelf aandacht krijgen en kiezen voor een eigen moment waarop ze iets willen of kunnen delen.
KIES is in de praktijk ontstaan en heeft zich doorontwikkeld en uitgebreid. In 2005 is door Ed Spruijt het eerste onderzoek gedaan naar de KIES groepen die in de regio Den Bosch draaiden (Spruijt et al, 2005). Na positieve uitkomsten uit de pilots en de eerste positieve uitkomst van het eerste onderzoek van Ed Spruijt en door vraag vanuit professionals naar aanleiding van een tv uitzending bij Kruispunt, zijn er trainingen voor professionals ontwikkeld om KIES over te dragen.
1.2 Doel
Hoofddoel
Het preventieve interventieprogramma KIES is ontwikkeld om kinderen van 7 tot 12 jaar te ondersteunen in het omgaan met de scheiding van hun ouders, en ouders te informeren over de gevolgen van hun scheiding voor de kinderen. KIES heeft als doel om mogelijke problemen rondom de scheiding, zoals een zwakke band met ouders, internaliserende of externaliserende problemen, slechte schoolprestaties en een verminderd zelfvertrouwen, van deze kinderen te voorkomen of te beperken en ervoor te zorgen dat zij een zo onbelemmerd mogelijke ontwikkeling kunnen doormaken.
Subdoelen
KIES helpt kinderen de scheiding van de ouders beter te begrijpen, ermee om te gaan en te verwerken. De subdoelen gericht op de kinderen zijn gebaseerd op de zes extra ontwikkelingstaken die kinderen van gescheiden ouders hebben naast normale ontwikkelingstaken (Singendonk & Meesters, 2018; Wallerstein & Blakeslee, 1989). Deze ontwikkelingstaken zullen in de onderbouwing verder beschreven worden. Na afloop van de 8 bijeenkomsten van KIES zijn de volgende subdoelen bij de kinderen behaald: Het kind begrijpt de scheiding beter en veelgehoorde misconcepties van kinderen rondom de scheiding, zoals schuldgevoelens, zijn verminderd: het kind ziet de scheiding als definitief en erkent de onomkeerbaarheid ervan.
- Het kind kan de huidige gevoelens omtrent de scheiding benoemen en herkennen.
- Het kind is coping strategieën aangeleerd: hierop kan hij of zij een beroep doen wanneer het moet omgaan met verschillende scheiding gerelateerde situaties, nu en in de toekomst.
- Het kind kan effectiever met beide ouders en andere voor het kind belangrijke personen communiceren: zij kunnen bijvoorbeeld hulp vragen, hun wensen uiten, voor zichzelf opkomen (waarbij rekening wordt gehouden met de gevoelens van anderen) en eventuele loyaliteitsgevoelens aankaarten.
- Het kind weet waar het hulp kan zoeken nadat KIES afgelopen is: kinderen met problemen krijgen verdere informatie, begeleiding, hulp waar nodig, om verergering van de problematiek te voorkomen.
Daarnaast zijn er enkele subdoelen gericht op de ouders. Na afloop van KIES zijn ouders (beter) geïnformeerd over:
● De loyaliteit van kinderen en de mogelijke gevolgen van een scheiding voor hen
● Het belang van het bevorderen van contact tussen kind en de andere ouder
● Waar ze zelf terecht kunnen in de directe omgeving voor steun en hulp
Om na te gaan of de doelen zijn behaald, is er bij elke bijeenkomst een evaluatie voor kinderen en bij de laatste bijeenkomst een gehele evaluatie. Ook maken kinderen hun eigen certificaat en is er tenslotte met zowel ouders als school een evaluatie. De beide KIES coaches evalueren ook met elkaar, na elke bijeenkomst en het totaal van de bijeenkomsten.
1.3 Aanpak
Opzet van de interventie
Het reguliere KIES traject bestaat uit acht wekelijkse bijeenkomsten van één uur voor het kind, die bij voorkeur op school - onder schooltijd- worden gehouden of bijvoorbeeld bij Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) plaatsvinden. De acht bijeenkomsten zijn zo ingericht dat ze het proces van scheiding volgen. In de eerste bijeenkomsten wordt teruggegaan naar het moment waarop de ouders bekend maakten te gaan scheiden, daarna is er een aantal bijeenkomsten over hoe het nu is en in de laatste bijeenkomsten wordt er vooral naar de toekomst gekeken. Elke bijeenkomst heeft een eigen thema en daarbij passende en afwisselende werkvormen. Voor ouders zijn er twee ouderbijeenkomsten: een informatiebijeenkomst voorafgaand aan de KIES groep en een evaluatiebijeenkomst na afloop ervan. In paragraaf 3.3 (pagina 23 van dit werkblad) wordt ingegaan op de aan te pakken factoren en subdoelen die bij de verschillende KIES bijeenkomsten (zie pagina 12) aan bod komen. De KIES coaches spannen zich maximaal in zodat kinderen en ouders alle onderdelen van het programma doorlopen. D.w.z. alle bijeenkomsten voor de kinderen met beschreven inhoud en werkvormen en ouderbijeenkomsten.
Inclusie / werving
Wanneer er met een school is afgesproken dat er een KIES groep kan gaan draaien, wordt begonnen met de werving. Dit gebeurt altijd in afstemming met de school en de school speelt ook een belangrijke rol in het contact met de kinderen en ouders. Volgens de werkwijze van de school of aanbiedende organisatie komt er een mededeling in een nieuwsbrief, in een (school)krantje of website van de school/organisatie zoals het Centrum Jeugd en Gezin of is er een directe benadering voor deelname. De ouders en kinderen ontvangen een folder, toestemmings- en aanmeldingsbrief. Deze wordt volgens afspraak door bijvoorbeeld de leerkrachten van de betreffende groepen of intern leerlingbegeleider verspreid. Ouders kunnen zich ook via de website (www.kiesvoorhetkind.nl) informeren. Per school of organiserende instantie is er een eigen beleid van contact en werving voor bijeenkomsten. De KIES coaches passen zich daar desgewenst op aan. De school selecteert aanvankelijk de kinderen bij te veel aanmeldingen waarbij rekening wordt gehouden met meer noodzaak om deel te nemen en de leeftijd van het kind. KIES coaches zijn er overigens alert op dat ook kinderen zonder duidelijk zichtbare of merkbare problemen last kunnen ervaren van de scheiding en baat kunnen hebben van KIES, als zij zelf aangeven dit te willen. Ook zijn zij alert in het oppikken van signalen van ouders en leerkrachten over niet herkend gedrag van kinderen dat gerelateerd is aan de ouderlijke scheiding. De KIES coaches hebben het eindbesluit wie uiteindelijk kunnen deelnemen.
In uitzonderlijke gevallen kan het gebeuren dat er slechts één of zeer weinig kinderen mee kunnen/willen doen aan KIES. Meestal is het dan mogelijk om hen aan te laten sluiten bij een KIES groep op een andere school in de regio, van bijvoorbeeld hetzelfde schoolbestuur. Andere optie is om meerdere kinderen te clusteren, bijvoorbeeld in een gebied met kleine scholen. Een en ander wordt na afstemming met ouders, school en kind bepaald. Zo nodig kan er individuele begeleiding geboden worden, mede afhankelijk van de mogelijkheden van de KIES coaches en/of de uitvoerende organisatie. Er kan indien nodig en wenselijk nog worden doorverwezen naar een collega KIES-coach die (wel) individuele begeleiding kan bieden.
Op het moment dat één ouder met gezag wel toestemming geeft en de andere ouder met gezag geen toestemming geeft, wordt geprobeerd met de ouders in contact te komen en te achterhalen wat de achterliggende reden voor de ouder is die geen toestemming verleent. Indien mogelijk worden bepaalde zorgen weggenomen en lukt het de KIES coach om alsnog toestemming te krijgen. Op die manier kan het kind alsnog meedoen. In sommige gevallen zal dit niet mogelijk zijn en kan het kind niet deelnemen aan KIES. Deze kinderen en ouders zijn dan wel in beeld bij de school en/of aanbiedende instantie. Alleen in het geval van éénhoofdig gezag is er slechts van één ouder toestemming nodig. Deze werkwijze is wettelijk bepaald (zie o.a. de Ouderschapswijzer, Lam & Huitema, 2019).
Betrokkenheid ouders
Zodra de voorselectie plaats heeft gevonden, wordt een informatiebijeenkomst voor de ouders ingepland. Hiervoor worden beide ouders uitgenodigd. Meestal verzorgt de school de uitnodiging voor een plenaire bijeenkomst voor ouders. Bij behoefte en als het nodig is kan een intakegesprek met de KIES coaches gevoerd worden. Dit gebeurt met name bij KIES aangeboden vanuit een jeugdhulpverlening setting. Tijdens de informatiebijeenkomst voor de ouders wordt informatie gegeven over KIES en haar werkwijze en hoe KIES tot stand is gekomen. Er wordt verteld wat ouders kunnen verwachten van de deelname van hun kind aan KIES, hoe ze hun kind kunnen ondersteunen in de deelname en wat voor alle kinderen die een scheiding meemaken lastig is, helpend kan zijn en wat mogelijke reacties kunnen zijn. Aan het einde van het KIES traject met de kinderen wordt er een evaluatiebijeenkomst voor de ouders georganiseerd. Er zal tijdens deze bijeenkomst een algemene terugkoppeling worden gedaan naar de ouders over hoe de kinderen het hebben ervaren. Bij deze bijeenkomst krijgen ouders ook handreikingen mee (bv. hoe zij het contact van de ex-partners met hun kind kunnen verbeteren en waar zij hulp kunnen vinden) en worden tips vanuit hun kinderen aangeboden (waarvoor de kinderen toestemming hebben gegeven). Bij de bijeenkomsten is informatie aanwezig waar ouders in hun regio informatie en hulp kunnen vinden m.b.t. gerelateerde onderwerpen. Na de bijeenkomsten voor de kinderen vindt de evaluatiebijeenkomst voor ouders plaats. Tijdens deze bijeenkomst vullen ouders een evaluatieformulier in. Zo nodig en op wens wordt een extra afspraak met ouders ingepland. Wanneer ouders niet aanwezig zijn ontvangen ze op een andere wijze informatie (bv. een individuele afspraak of een folder).
Kern en Inhoud van de interventie
Bij elke bijeenkomst is het van belang om steeds met elk kind afzonderlijk contact te maken en bij aanvang te begroeten. Als iedereen er is, vindt er een gezamenlijk welkom plaats en wordt er gevraagd hoe het met de kinderen gaat, of er vragen zijn en of er iets bijzonders is gebeurd dat iemand graag kwijt wil. Een belangrijke taak van de KIES coach is om een dusdanige sfeer te creëren dat elk kind binnen de groep zich veilig voelt. Verder heeft elke bijeenkomst een bepaald doel, wordt er in elke bijeenkomst een beroep gedaan op bepaalde vaardigheden van het kind en voorziet elke bijeenkomst in een aantal oefenmomenten. De kinderen krijgen een werkboek met steeds los toegevoegde bladen om in te werken. Dit werkboek mogen de kinderen bij het afsluiten van KIES mee naar huis nemen en - indien het kind dat wil - laten zien aan zijn of haar ouders. De ouders zijn hiervan op de hoogte gebracht.
Als alle kinderen aanwezig zijn en begroet, kan de bijeenkomst ingeleid worden met het verhaal van Sem, een jongen waarvan de ouders zijn gescheiden en die van alles meemaakt. Elke bijeenkomst wordt er een verhaal voorgelezen over Sem, over hoe hij de scheiding ervaart. Het doel hiervan is om samen met de kinderen te reflecteren op Sem’s ervaringen en hen te vragen of zij zich hierin herkennen. De KIES coach kan ook zelf een andere activiteit inzetten die het thema van die bijeenkomst duidelijk maakt. Daarna volgen er verschillende activiteiten per bijeenkomst. Meestal krijgt elk kind ter verwerking na de activiteit een werkblad. In sommige gevallen wordt er begonnen met een werkblad en dient dat als inleiding op de activiteit. Het programma kent een basisopzet. Daarnaast hebben de KIES coaches geleerd te werken met een variatie aan werkvormen en daaruit te kiezen welke het best passen bij de groep die ze begeleiden en bij de interactie in de groep op dat moment. De KIES coach kan indien dit beter aansluit bij de groep kiezen voor alternatieve werkvormen die in de werkmap zijn opgenomen en in de training zijn aangereikt. Om kinderen goed te begeleiden in hun proces zijn aansluiten bij het kind en de taal, toon en houding van de KIES coach cruciaal. Na de verschillende activiteiten en werkbladen vindt er altijd een gezamenlijke afronding plaats, waarbij er wordt teruggekeken op de bijeenkomst en eventuele vragen beantwoord worden.
Centraal bij de bijeenkomsten staat het KIES coaching model aan de hand waarvan kinderen leren naar hun eigen situatie en wensen te kijken en hier op te acteren indien zij dat willen. Hierbij wordt er gekeken naar de huidige situatie waarin het kind zich bevindt en hoe de gewenste situatie eruit zou zien. Vervolgens worden met behulp van de KIES coaches eventuele belemmeringen en hulpbronnen in kaart gebracht. Dit alles met als doel om dichter bij de voor het kind best haalbare reële gewenste situatie te komen. Een voorbeeld hiervan is dat een kind zijn of haar nieuwe kamer niet aan zijn of haar moeder kan laten zien. De gewenste situatie die het kind zelf benoemt is dat moeder een keer meegaat naar het huis van vader en dat het kind zijn/haar kamer kan laten zien. Een belemmering zou kunnen zijn dat moeder de nieuwe vriendin van vader liever niet ziet en liever het huis niet ingaat. Een hulpbron door het kind bedacht zou kunnen zijn dat deze wat foto’s van de kamer maakt en moeder op die manier toch zijn/haar nieuwe kamer kan laten zien. De groep wordt betrokken in het meedenken hierin, wat het oplossend vermogen van alle kinderen aanspreekt.
De KIES bijeenkomsten De acht bijeenkomsten van KIES duren een uur per bijeenkomst en elke bijeenkomst heeft een eigen thema. Hieronder volgt een overzicht van de acht bijeenkomsten.
Bijeenkomst 1: De Kennismaking
Thema: Kennismaken met elkaar en de eigen situatie verkennen
Werkvormen: Balspel, Verhaal van Sem, Stellingen, Werkblad: Basiswerkblad/kaft en KIES voor mij!- KIES werkboek, Wat is er veranderd?
Bijeenkomst 2: Herinneringen
Thema: Je eigen plek en herinneringen delen
Werkvormen: Verhaal van Sem, Mijn ouders zijn gescheiden en…- Geheugenspel, Vragenkaartjes
Werkbladen: Herinneringen/ Fijnste plek
Bijeenkomst 3: Vertrouwen
Thema: Vertrouwen op jezelf, anderen en wensen daarbij Werkvormen: Verhaal van Sem, Voorwerpendoos, Bekertjes, Werkblad: Vertrouwen
Bijeenkomst 4: Gevoelens en relaties
Thema: Inzicht in uiten van gevoelens - Inzicht in je gezinsrelaties Werkvormen: Verhaal van Sem,
Werkbladen: Gevoelens, De boom, Relatietekening
Bijeenkomst 5: Hulp vragen
Thema: Hulp vragen en bieden
Werkvormen: Verhaal van Sem
Werkbladen: Rechten van het kind, KIES lied, Knutselen: tip koffer
Bijeenkomst 6: Lastige situaties
Thema: Omgaan met je eigen lastige situatie en een eigen KIES plan maken
Werkvormen: verhaal van Sem, het touw, spel KIES Your Next Level
Werkblad Mijn KIES plan
Bijeenkomst 7: Aan de slag
Thema: Oefenen van je eigen lastige situatie
Werkvormen: Verhaal van Sem, Hoe zeg je het?, Wensenlijst
Bijeenkomst 8: Terugkijken en vooruitblikken
Thema: Inzicht in eigen kwaliteiten- Evalueren en afscheid nemen
Werkvormen: Verhaal van Sem, Keuze zittikkertje - Hulp vragen, hulp bieden - of spel KIES Your Next Level
Werkbladen: Familiewapen, Evaluatie, Oorkonde
Voorbeeld: Uitwerking thema en bijeenkomst vertrouwen
Werkvorm - Vertrouwen met bekertjes Doel: leren vertrouwen op een ander, iemand die je in vertrouwen neemt kan je helpen waardoor dingen gemakkelijker kunnen gaan. Samen sta je sterk!
Aan de kinderen vertel je dat je in het leven niet altijd van tevoren weet wat er gaat gebeuren. Zo is dat in ieders leven en dat kun je ook merken bij de scheiding van je ouders. Soms kun je vertrouwen op hoe alles loopt, soms veranderen dingen. Soms moet je maar even vertrouwen op anderen, je moet altijd ook vertrouwen op jezelf. Je weet zelf altijd van binnen hoe het voor jou is, wat je wil en wat voor jou kan. Dat is altijd goed. Soms is hulp fijn.
Op een tafel zet je bekertjes met water klaar (aantal: de helft van het aantal aanwezige kinderen). De kinderen staan een aantal meters tegenover de tafel. Je wijst de kinderen aan die als eerste de blinddoek voor kunnen doen (heb oog voor de kinderen die dit spannend vinden).
Je legt uit dat ze op jouw teken naar de overkant lopen, een bekertje pakken, slokje nemen en dan teruglopen, daarna doen ze de blinddoek af. Vertel de kinderen die kijken, dat ze muisstil moeten zijn en zij straks ook aan de beurt zijn. Het is geen wedstrijd, doe het in je eigen tempo. Vraag wanneer alle kinderen terug op de plek zijn, hoe dat voelde.
Leg uit dat het nu anders gaat. Je gaat dezelfde opdracht doen, maar nu krijg je ondersteuning van een ander kind uit de groep. Dit kind gaat ondersteunen zonder de ander aan te raken. Hij of zij mag wel mondelinge instructies geven zoals: naar links, naar rechts etc. Vraag vervolgens weer wanneer ze terug op de plek zijn hoe dat voelde, was er een verschil met de eerste keer? Wat heb jij nodig om een ander te vertrouwen? Dan komen de kinderen aan de beurt die nog niet aan de beurt zijn geweest met de blinddoek. Zorg dat iedereen de 2 varianten ervaart. Tip: Op de bekers kun je de namen van de kinderen schrijven of met een sticker of plakbandje en briefje de bekers markeren.
NB Na het spel maken de kinderen ter verwerking een werkblad en volgt nog een gesprek.
Werkvorm – werkblad vertrouwen
Na de bekertjes-oefening en het bespreken van het thema ‘vertrouwen’ vult ieder kind voor zichzelf het werkblad over vertrouwen in (zie de volgende pagina). Wie wil, mag er in de groep iets over zeggen.
Afronding
We hebben het vooral over vertrouwen gehad. Misschien heb je iemand die je altijd in vertrouwen neemt. Of een knuffel of dagboek waar je dingen aan toevertrouwt. Neem deze week, als je wilt, eens iemand in vertrouwen die je graag in vertrouwen zou willen nemen. Als je wilt mag je er de volgende keer over vertellen.
Werkblad KIES 7-12 jaar - Vertrouwen
Als je iemand iets belangrijks of moeilijks wilt vertellen, is het fijn als je iemand kunt vertrouwen. Dat is misschien lastig om te doen maar kan ook fijn zijn. Iedereen vertelt wel eens moeilijke dingen aan iemand.
- Wie vertrouw jij om te vertellen over de dingen die voor jou moeilijk, lastig of verdrietig zijn?
- Zijn er ook mensen die je niet vertrouwt maar die je wel graag zou willen vertrouwen?
- Wat moet er gebeuren om die persoon/ personen wél te kunnen vertrouwen?
- Je mag op de achterkant of een apart blad tekenen of schrijven over wat jij moeilijk, lastig of verdrietig vindt. Een briefje waar je dingen op toevertrouwd kun je in een envelop doen en in je KIES werkboek plakken. Misschien kun je er op een ander moment naar kijken en het aan iemand vertellen?
2. Uitvoering
2.1 Materialen
Tijdens de training tot KIES coach ontvangen de professionals een handleiding voor de KIES coach (en een spel met kaartjes). De handleiding bevat achtergrondinformatie over KIES, de ontwikkeling van KIES, de onderzoeken die zijn gedaan en informatie over de werkwijze van KIES: het begeleiden van kinderen met gescheiden ouders. Er is bijvoorbeeld informatie te vinden over de methodiek, de methode, de visie, werken met de KIES groep en groepsdynamica, praten met kinderen, spel- en werkvormen, KIES en school en KIES en de ouders. Er is ook een deel gewijd aan de rol van echtscheiding binnen vijf niet-Nederlandse culturen.
In de handleiding zijn allerhande praktische materialen en voorbeelden te vinden om een KIES groep te kunnen draaien. Denk hierbij aan voorbeeldbrieven voor kinderen en ouders, toestemmingformulieren, opzet voor de informatie- en evaluatiebijeenkomsten voor ouders, en een informatieblad voor ouders over de fases in een scheiding. Daarnaast worden in de handleiding de acht bijeenkomsten van KIES uitgebreid toegelicht: het doel, de opbouw, de benodigde materialen, uitleg van activiteiten en werkbladen om te kopiëren. Er is voor verschillende leeftijden een uitbreiding op het basisprogramma achter in de map opgenomen. Overige te gebruiken materialen kunnen de KIES coaches zelf aanschaffen of uit eigen bezit inzetten, zoals ‘het touw’ en ‘voorwerpendoos’. Tot slot zijn er ook materialen beschikbaar die ingezet kunnen worden bij de werving of het genereren van bekendheid met het aanbod.
2.2 Locatie en type organisatie
KIES heeft als belangrijk speerpunt dat het laagdrempelig is, zodat zoveel mogelijk kinderen die KIES nodig hebben ook bereikt kunnen worden. De KIES groepen worden daarom bij voorkeur op school en onder schooltijd uitgevoerd. KIES kan uitgevoerd worden in opdracht van bijvoorbeeld een school, een gemeente, een zorginstelling of Centrum Jeugd en Gezin. KIES wordt verder ingezet door jeugdhulpverlenende instanties. Ook kan een speciaal daarvoor gecertificeerde KIES coach vanuit zijn of haar eigen praktijk met KIES, bijvoorbeeld ambulant, werkzaam zijn.
Wanneer kinderen KIES op school volgen, worden zij uit de klas opgehaald door een van de KIES coaches. De communicatie hierover naar de andere kinderen gebeurt door de leerkracht, die vooraf goed geïnformeerd wordt over KIES door de intern begeleider of andere KIES contactpersoon binnen de school. Er wordt in de communicatie naar de andere kinderen in de klas in principe geen andere aandacht besteed dan wanneer kinderen die uit de klas gaan voor remedial teaching, SOVA training, weerbaarheidstraining, et cetera. Dit is gebruikelijk op vrijwel alle scholen. Daarom wordt doorgaans kort uitgelegd dat KIES een groep is voor kinderen waarvan de ouders uit elkaar zijn en dat het voor deze kinderen fijn kan zijn om af en toe samen te komen met andere kinderen die hetzelfde meemaken. In de praktijk blijkt dat kinderen zelf deze uitleg goed begrijpen en er niet meer of minder aandacht aan gegeven hoeft te worden.
2.3 Opleiding en competenties van de uitvoerders
KIES wordt gegeven door getrainde en gecertificeerde KIES coaches. KIES coaches hebben een relevante opleiding en/of werkervaring op minimaal HBO niveau (bijvoorbeeld schoolmaatschappelijk werk, jeugdhulpverlener, psycholoog, (ortho)pedagoog, leerkracht belast met speciale zorg en begeleiding op school/internleerlingbegeleider) en daarnaast een intensieve training tot KIES coach gevolgd. De professional moet beschikken over goede communicatieve vaardigheden, kennis hebben van de ontwikkeling van kinderen en ervaring opgedaan hebben in het werken met kinderen en groepen en cultuur-sensitief kunnen werken.
De training tot KIES coach bestaat uit vijf dagdelen waarin de deelnemers vertrouwd raken met het KIES coaching model en het KIES programma. Verschillende onderdelen en werkvormen uit het KIES programma worden door middel van ervaringsgericht leren aangeboden. Er wordt aandacht besteed aan de professional in contact met de doelgroep en als KIES coach het contact leggen en onderhouden met ouders, scholen en het zorgvuldig aanbieden van KIES. Ook wordt er door middel van rollenspellen met trainingsacteurs verschillende complexe situaties met kinderen, ouders, instanties en bijvoorbeeld het omgaan met culturele verschillen geoefend.
De werving, alle activiteiten en benodigde materialen staan uitgebreid uitgelegd in de gestructureerde handleiding voor de KIES coach. Deze handleiding is behandeld en toegelicht tijdens de training tot KIES coach. Binnen de groep deelnemers en samen met trainers en acteurs is geoefend om met deze handleiding te kunnen werken. Het toepassen van KIES in de praktijk en het belang van alle uit te voeren onderdelen (zie paragraaf 1.3 bij Aanpak – Opzet van de interventie) en hoe die gehandhaafd moeten worden zijn aan bod gekomen gedurende de training van de professionals alsmede in het spel met de acteurs.
2.4 Kwaliteitsbewaking
Allereerst wordt de kwaliteit van KIES bewaakt door voorwaarden te stellen aan de professionals die met KIES willen gaan werken en de training tot KIES coach willen volgen. Zij dienen een relevante opleiding en/of werkervaring op minimaal HBO niveau te hebben om tot de training toegelaten te worden. De professional moet beschikken over goede communicatieve vaardigheden, kennis hebben van de ontwikkeling van kinderen en ervaring hebben in het werken met kinderen, bewust zijn van de complexiteit van scheiding, op de hoogte zijn van de belangrijkste risicofactoren en gevolgen van scheiding voor een jeugdige en groep en cultuur sensitief kunnen werken. Door middel van een huiswerkopdracht vooraf lezen professionals zich in op het thema kinderen en scheiding.
De trainers van de KIES trainingen beschikken allen over een minimaal relevante HBO opleiding, ruime werkervaring in het werkveld m.b.t. scheidingsproblematiek en kinderen na scheiding hebben en zelf KIES coach zijn. De trainers kunnen dus vanuit theorie en praktijk en eigen ervaring ingaan op de problematiek en vragen van de deelnemers. Voorafgaand aan het geven van trainingen lopen aankomende trainers een paar keer mee met een KIES training. KIES trainers zijn lid van het KIES team van de basistraining waarin ook de trainingsacteurs en de ontwikkelaar (Nelly Snels-Dolron) participeren.
De trainingsacteurs zijn (vanaf het begin van het trainen van professionals, inmiddels 13 jaar) bij het ontwikkelen van de KIES training voor professionals betrokken en passen zo nodig het oefen- onderdeel van de training mee aan op de actualiteit. Ze hebben ervaring in het trainen van professionals voor grote jeugdwelzijnsorganisaties op gebied van communicatie, gedrag en emoties. Een van hen is theaterdocent en de ander heeft een theater bureau waar ook andere trainers ingehuurd kunnen worden.
Tijdens de KIES training worden de vaardigheden van de deelnemers; het werken vanuit de behoefte en het belang van kinderen in een scheiding situatie, motiverende en oplossingsgerichte gespreksvoering en zowel kind als oudergericht werken geoefend en beoordeeld. Bij voldoende getoonde kennis en vaardigheden wordt het KIES coach certificaat 7-12 jaar toegekend. Elke gecertificeerde erkende KIES coach wordt geregistreerd op de website www.kiesvoorhetkind.nl. Het certificaat is tevens een tweejarige licentie voor het werken met KIES.
Van de KIES professional wordt verwacht de kennis en ervaring in het werken met de KIES methodiek bij te houden en om vindbaar en benaderbaar te blijven op de website kiesvoorhetkind.nl. Er worden daarom themadagen en nascholingen georganiseerd met actuele kennis (bijvoorbeeld kinderen van een andere leeftijd, individuele begeleiding) aan de hand van de KIES methodiek. Eens per twee jaar is de KIES coach verplicht om een KIES themadag of nascholing te volgen of deel te nemen aan het KIES platform voor intervisie. Organisatorisch is het zo geregeld, dat twee jaar na certificering KIES coaches niet langer automatisch lid zijn en daarom ook niet meer met hun informatieprofiel te vinden op de website van KIES, mits zij hun kennis en kunde up to date houden middels nascholing. KIES professionals kunnen verder kennis opdoen en uitwisselen binnen het besloten online platform.
Vanaf 2019 is het voor het borgen van de kwaliteit van de te vinden KIES professionals op de website www.kiesvoorhetkind.nl, hebben zij de mogelijkheid deel te nemen aan een besloten online platform van KIES professionals voor kennis uitwisseling en worden geattendeerd op KIES thema bijeenkomsten, congressen, seminars en symposia op het gebied van scheiding en kinderen, en gestimuleerd minimaal eens per jaar hieraan deel
te nemen om de kennis up-to-date te houden. Ook wordt voor het borgen van de methodiek steeds toegewerkt naar een zo helder mogelijk overzicht van feedback vanuit KIES en het werkveld. De feedback wordt besproken binnen een ervaren trainers team en zo nodig verwerkt in de training en/of bijvoorbeeld de handleiding. Dit wordt via de nieuwsbrief of besloten online platform van de KIES website naar de KIES coaches gecommuniceerd. De actuele handleiding voor de KIES coach en KIES basistraining is in 2019 voor het laatst geüpdate. Bijvoorbeeld zijn bij de training vaker voorkomende situaties die worden genoemd vanuit de huidige praktijk van KIES coaches opgenomen bij het oefenen van rollenspel. Tenminste twee tot drie keer per jaar wordt er een nieuwsbrief verspreid.
2.5 Randvoorwaarden Tijdens de KIES training wordt er aandacht besteed aan het contact leggen en onderhouden met scholen en het zorgvuldig aanbieden van KIES. Hieronder vallen ook de organisatorische randvoorwaarden die van belang zijn voor het starten van een KIES groep op een school. Zo is het belangrijk dat er een fijne, veilige ruimte door de school ter beschikking wordt gesteld, waarbij er geen inloop of doorloop is van andere kinderen of volwassenen. Uiteraard wordt de groepsveiligheid gewaarborgd door de twee KIES coaches en kan onderling worden overlegd wanneer zich problemen voordoen.
Ook is het van belang om zorgvuldig te werk te gaan met het bereiken van de ouders. Dit gebeurt in eerste instantie door een bericht in o.a. de nieuwsbrief of schoolkrant, maar ook via toestemmingsbrieven. Het is van belang dat school en ouders achter het aanbod van KIES staan. Beide ouders worden van harte uitgenodigd en aangemoedigd om op de informatiebijeenkomst (en later de evaluatiebijeenkomst) aanwezig te zijn. Van de school wordt verwacht dat zij e.e.a. faciliteren door het beschikbaar stellen van een ruimte voor de informatie- en evaluatiebijeenkomst voor ouders en een goede ruimte voor de bijeenkomsten met de kinderen en eventueel de mogelijkheid voor de KIES coach om zelf op school werkbladen te kopiëren.
Tot slot heeft KIES ook een signaleringsfunctie. Dit betekent dat wanneer een KIES coach zich zorgen maakt om een kind of vermoedt dat meer of andere hulp gewenst is, dit in samenspraak met het betreffende kind bespreekbaar maakt bij ouders en school.
2.6 Implementatie
Er is een diversiteit aan mogelijkheden om KIES uit te voeren. Zoals in paragraaf 2.2 beschreven is, worden de KIES groepen bij voorkeur op school en onder schooltijd uitgevoerd. KIES kan plaatsvinden in opdracht van een school, een gemeente, een zorginstelling of een Centrum Jeugd en Gezin, maar kan ook worden ingezet door jeugdhulpverlenende instanties. Daarnaast kan een speciaal daarvoor gecertificeerde
KIES coach vanuit zijn of haar eigen praktijk met KIES, bijvoorbeeld ambulant, werkzaam zijn. Tijdens de training krijgt elke KIES coach een protocol voor implementatie van KIES. De diversiteit aan uitvoerings-mogelijkheden maakt een eenduidige implementatie echter niet mogelijk. KIES coaches leren zelf te blijven denken wat voor hun werksituatie nodig en mogelijk is, en van daaruit de handelen. Elke aanstaande KIES coach maakt tijdens de training een implementatieplan, afhankelijk van de uitvoerende professional en/of organisatie zelf. De benodigde stappen voor de implementatie worden door de KIES coaches tijdens de training door middel van de KIES methodiek onderzocht. Het eigen implementatieplan wordt in de groep doorgenomen, waarbij aangevuld wordt door zowel de KIES trainers als de andere deelnemers, op basis van ervaringen uit de praktijk. Zo heeft elke nieuwe groep KIES coaches een eigen stappenplan ter implementatie.
De verschillende invalshoeken waar vanuit een implementatieplan gemaakt wordt:
- KIES coaches werkzaam op school; afspraken binnen school voor uitvoering
- KIES coaches in dienst van een hulpverlenende instantie; uitvoeren van KIES op de wijze van uitvoeren van de betreffende organisatiezelf of op school
- KIES coaches in eigen praktijk; afspraken met collega KIES-coach, contact met school/organisatie die KIES wil laten uitvoeren
Een school of organisatie die KIES wil aanbieden kan contact opnemen met een KIES coach in de regio. Voor de aanvraag van de financiering van KIES op school heeft een contactpersoon van de school, de aanbiedende instantie of de KIES professional zelf contact met de gemeente of andere subsidieverstrekker. Soms is een aanvraag voor financiering niet nodig; sommige scholen en organisaties hebben zelf KIES professionals in dienst, anderen hebben eigen budget dat ze besteden aan KIES, weer anderen dienen een aanvraag voor subsidie in bij hun gemeente. Er zijn ook gemeentes die hun maatschappelijk werkers opdragen KIES coach te worden en dit op de scholen en bij CJG preventief aan te bieden of nog anders.
Vanwege de grote verschillen in Nederland bij gemeentes wat betreft het traject naar financiering, maakt elke KIES professional een plan van aanpak hoe hij/zij KIES het beste kan implementeren vanuit zijn of haar eigen situatie en/of aanbiedende organisatie. Indien nodig, is hierover nadere informatie beschikbaar en ook kunnen KIES coaches informatie en ervaringen uitwisselen op het besloten kennisplatform.
2.7 Kosten Deelname aan een KIES groep is voor ouders en kinderen in principe kosteloos. KIES wordt betaald vanuit subsidiegelden of mogelijkheden binnen eigen organisatie of school. Voor het draaien van een KIES groep met twee gecertificeerde KIES coaches wordt vanaf € 2.500 excl. btw aangehouden. Hieronder een overzicht van de personele en materiele kosten per groep (7-10 kinderen):
Materiële kosten: Qua materiële kosten valt te denken aan kopieerwerk (wellicht mogelijk op school) en de aanschaf van materialen zoals kleurtjes en stiften, een touw en een balletje. Dit is niet meer dan € 50 en vaak zijn deze materialen al in bezit van de KIES coach of de organisatie.
3. Onderbouwing
3.1 Probleem
KIES is er voor kinderen van 7 tot 12 jaar uit het regulier basisonderwijs waarvan de ouders gescheiden zijn en die hiervan enige last hebben, of hierdoor lichte problemen ervaren. Zij kunnen bijvoorbeeld moeite hebben om de scheiding goed te begrijpen, om met de nieuwe situatie of met hun emoties om te gaan, doordat bijvoorbeeld de communicatie met één of beide ouders lastig is (Leon, 2003). Ook kunnen zij denken dat ze alleen zijn met wat ze meemaken, misconcepties rondom de scheiding hebben, of last hebben van loyaliteitsproblemen (o.a. Emery, 2006 en 2011; Pedro-Carroll, 2010). Deze op zichzelf lichte problemen kunnen op den duur ontaarden in meer ernstige of langer durende problemen (Amato, 2000; Leon, 2003). Tijdige ondersteuning is van belang, zowel om de huidige scheidingslast van kinderen te verminderen, als om toekomstige meer ernstige gevolgen van een scheiding te voorkomen. Navolgend wordt kort omschreven hoeveel kinderen met een scheiding te maken krijgen en wat hiervan de gevolgen kunnen zijn, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen korte- en langere termijn gevolgen.
Prevalentie
Een groot aantal kinderen in Nederland groeit op in een gezin na scheiding. Het aantal kinderen dat bij een formele scheiding van ouders betrokken is neemt iets af; momenteel gaat het om iets meer dan 30.000 minderjarige kinderen per jaar (Ter Voert, 2020). Hier staat tegenover, dat een toenemend aantal kinderen te maken krijgt met ouders die uit elkaar gaan na een samenwoonrelatie (Ter Voert, 2019). Nauwkeurige berekeningen van het CBS over het jaar 2016 laten zien dat in dat jaar in totaal bijna 50.000 stellen met minderjarige kinderen uit elkaar gingen (27.000 huwelijken en 23.000 samenwonend) waarbij 86.000 minderjarige kinderen waren betrokken (50.000 uit een huwelijk en 36.000 uit een samenwoonrelatie) (CBS statline, 2019). Dit hoge aantal kinderen na scheiding in Nederland is vergelijkbaar met dat in veel andere landen wereldwijd (zie o.a. Swartz-Den Hollander et al., 2020). Er is dan ook een enorme hoeveelheid wetenschappelijk onderzoek naar mogelijke gevolgen een scheiding van ouders voor kinderen.
Gevolgen scheiding Voor een goede indruk van de gevolgen van scheiding voor kinderen kan het beste een onderscheid gemaakt worden tussen directe gevolgen van een scheiding, dus op korte termijn, en langere termijn gevolgen die een risico kunnen vormen voor de ontwikkeling
van kinderen. Om dit beter te verklaren en begrijpen, kan een scheiding worden opgevat als een proces in plaats van een eenmalige gebeurtenis (o.a. Van der Valk & Spruijt, 2004). Dit proces van scheiding kan jaren in beslag nemen en begint ruim voordat de scheiding een feit is en kan nog jaren erna voortduren. Als voorbeeld kan gedacht worden aan ouderlijke conflicten en verminderde opvoedkwaliteit, factoren die een rol spelen in de mate waarin kinderen problemen na scheiding kunnen ervaren, maar die vaak al aan de orde waren voordat de uiteindelijke scheiding een feit werd.
Korte-termijn gevolgen Voor de meerderheid van de kinderen is de periode rondom de scheiding moeilijk (o.a. Anthonijsz et al., 2015; Hetherington & Stanley-Hagan, 1999). Dit heeft te maken met allerlei directe veranderingen waarmee zij te maken krijgen, zoals het uit elkaar vallen van het gezin, verhuizingen van een of beide ouders, verminderd contact met ouders en andere familie, een afname in financiële middelen en soms ook een nieuwe partner van een of beide ouders. Bovendien zijn ouders zelf in de periode rondom de scheiding vaak in beslag genomen door een groot aantal regelzaken met betrekking tot alle veranderingen, maar ook door hun eigen emoties. Dit maakt dat zij in deze periode vaak wat minder beschikbaar zijn en wat minder oog kunnen hebben voor hun kinderen (oa. Hetherington, 2014; Spruijt & Kormos, 2014). Dit grote aantal veranderingen in combinatie met verminderde ouderlijke aandacht zorgt dus voor de meerderheid van de kinderen voor een verhoogde mate van problemen en onwelbevinden de eerste twee jaar na de scheiding (Hetherington & Stanley-Hagan, 1999).
Langere-termijn gevolgen Wanneer het gaat om mogelijke langere-termijn gevolgen van een ouderlijke scheiding, wordt in onderzoek vaak een vergelijking gemaakt tussen kinderen uit gescheiden en intacte gezinnen. De bevindingen uit dergelijke onderzoeken laten een consistent beeld zien, waaruit naar voren komt dat het met kinderen na een ouderlijke scheiding gemiddeld minder goed gaat vergeleken met hun leeftijdsgenoten uit intacte gezinnen (o.a. Amato, 2001 en 2010; Lansford, 2009). Deze gemiddelde verschillen bevinden zich vooral op het gebied van internaliseren (o.a. depressieve of angstgevoelens, stress, loyaliteitsproblemen, een verminderd zelfvertrouwen, externaliseren (o.a. agressief gedrag, vandalisme, delinquentie, riskant gedrag), schools functioneren (o.a.lagere cijfers, meer schoolgerelateerd probleemgedrag zoals spijbelen, terugval naar een lager schooltype), sociale relaties (o.a. met ouders en vrienden) en somatische problemen (o.a. hoofd- en buikpijn) (zie o.a. meta-analyses van Amato uit 2001 en Swartz-Den Hollander uit 2020). Deze lange-termijn gevolgen gelden niet voor alle kinderen na scheiding, of zij gelden in beperkte mate en nemen af na een jaar of twee (Hetherington & Stanley_hagan, 1999). Met een meerderheid van de kinderen, zo’n 80 a 85%, gaat het na verloop van tijd weer goed. Een minderheid van 15 a 20% heeft last van de lange-termijn gevolgen. (Kinderombudsman, 2014; Spruijt & Kormos, 2014). Bij hen is veelal sprake van een opeenstapeling van factoren en/of een complexe scheiding (zie o.a. Kinderombudsman, 2014; Van der Valk et al, 2020). Deze kinderen kunnen naast bovenstaande ook nog een aantal specifieke problemen hebben, zoals gehechtheidsproblemen, langdurige stressklachten of psychotrauma (in: van der Valk et al, 2020).
Andere gevolgen Onderzoek laat zien dat bij een deel van de kinderen na scheiding niet zozeer sprake is van klinische problemen, maar dat deze kinderen wel degelijk in min of meerdere mate last kunnen hebben van de scheiding, in de vorm van ‘psychologische pijn’ of scheidingsgerelateerd leed als gevolg van de ouderlijke scheiding (Laumann-Billings & Emery, 2000). Te denken valt daarbij aan boosheid op een of beide ouders, onbegrip over de scheiding, het gevoel tussen ouders in te staan, of schuldgevoelens. Laumann-Billings & Emery deden onderzoek naar deze pijnlijke gevoelens na de scheiding, en concludeerden dat veel bestaande onderzoeken wellicht een onderschatting geven van het aandeel kinderen met langere-termijn problemen. Ook in een groot aantal onderzoeken werden dergelijke bevindingen gerapporteerd, en komen niet zozeer klinische problemen na de scheiding naar voren, maar wel een zekere mate van last die het dagelijks leven kan beïnvloeden, vaak voor langere tijd. Het gaat dan om onder meer gevoelens van verantwoordelijkheid jegens ouders of zelfs parentificatie (o.a. Jurkovic, Thirkield, & Morrell, 2001), loyaliteitstproblemen (Buchanan, Maccoby, & Dornbusch, 1991), problemen in het omgaan met conflicten tussen ouders, met nieuwe partners, met het leven in twee huizen (o.a. van der Valk et al, 2013) het vormen van allianties in het gezin (o.a. Silverberg Koerner, Wallace, Lehman, & Raymond, 2002) en een gebrekkige verwerking van de scheiding door onder meer onbegrip of verdriet (Anthonijsz et al,, 2015). Wanneer geen tijdige onderkenning en ondersteuning geboden wordt bij lichte problemen of scheidingslast, kunnen deze ontaarden in langer durende of meer ernstige problemen. KIES beoogt dit te voorkomen of beperken.
Samenvattend
Bovenstaande maakt duidelijk dat er een groot aantal kinderen in Nederland is dat opgroeit in een gezin na scheiding. Deze kinderen krijgen te maken met een opeenvolging van veranderingen en transities, waarmee zij om moeten gaan, naast hun ‘gewone’ ontwikkelingstaken. Daarnaast vormt de scheiding een risico voor langere-termijn gevolgen voor kinderen. Tenslotte laat onderzoek zien dat ook voor kinderen waarvoor dit niet geldt, nog altijd sprake kan zijn van een zekere mate van last rondom de ouderlijke scheiding. Dit maakt de behoefte aan ondersteuning evident, en het belang van preventie is groot, ook op langere termijn. Dit wordt ook bepleit door de Kinderombudsman (2014), in zijn rapport “Vechtende ouders, kind in de knel”: hij benadrukt dat in een vroeg stadium een inschatting moet worden gemaakt van de situatie rond jeugdigen na scheiding, zodat indien nodig zo spoedig mogelijk een (preventief) passend hulpaanbod kan worden ingezet. Hij geeft aan dat hiermee een deel van de ernstige conflicten van ouders en bijkomende juridische procedures voorkomen kunnen worden. KIES voorziet in dit preventieve en passende hulpaanbod: KIES beoogt problemen van kinderen rondom de scheiding van ouders te voorkomen of beperken. Voordat wordt ingegaan op de manier waarop dit gebeurt, zal eerst worden beschreven welke factoren een rol spelen bij de mate waarin gevolgen van scheiding voor kinderen een rol spelen.
3.2 Oorzaken
Mogelijke problemen van kinderen met gescheiden ouders zijn lang niet altijd toe te schrijven aan de scheiding op zichzelf, maar aan factoren die er vaak mee samenhangen (o.a. Amato, 2010). Deze zijn te omschrijven als oorzaken, maar zijn tevens in veel gevallen op te vatten als zogenaamde beschermende en risicofactoren. Zij worden hieronder kort beschreven, opgedeeld in oorzaken op het niveau van ouders en kinderen. Onderstaande is geenszins volledig, maar bevat die informatie die relevant is binnen KIES, of althans in deze onderbouwing van KIES een rol speelt.
Ouders
Naast kindfactoren zijn er ouderfactoren te onderscheiden die een rol spelen bij het functioneren van kinderen na scheiding en de mate waarin zij problemen ervaren. De belangrijkste factoren op ouderniveau zijn ouderlijke conflicten na scheiding, kwaliteit van de vader- en moederkind relatie en kwaliteit van de opvoeding, inclusief het gezamenlijk opvoedgedrag na scheiding (zie o.a. Amato, 2010; Lansford, 2009; Rejaän et al, 2020).
Conflicten tussen ouders zijn een belangrijke risicofactor voor het ontstaan van problemen van kinderen. Het negatieve effect kan zowel direct als indirect verlopen. Zo kunnen conflicten tussen ouders op directe wijze onder meer emotionele stress en fysieke opwinding (zoals verhoogde hartslag en zweetproductie) bij kinderen opwekken (o.a. Crockenberg & Langrock, 2001; Katz, 2001). Indirect kunnen conflicten tussen ouders o.a. een bedreiging vormen voor het gevoel van emotionele veiligheid van kinderen en voor andere sociaalcognitieve processen en / of relationele denkbeelden (Davies et al., 2016; Fosco & Grych, 2008). Dit hangt deels weer samen met verhoogd probleemgedrag van kinderen (o.a. Davies et al, ibid). Wanneer het kind betrokken wordt bij ouderlijke conflicten, kunnen deze bovendien leiden tot loyaliteitsproblemen, waarbij het kind het gevoel krijgt te moeten kiezen tussen ouders. Deze loyaliteitsconflicten zijn gerelateerd aan internaliserende problemen (Fosco & Grych, 2010, Kelly & Emery, 2003).
Naast conflicten tussen ouders is de kwaliteit van de ouder-kindrelatie een belangrijke factor in het functioneren van kinderen na scheiding (o.a. Amato, 2010; Emery, 2011). Hoewel er veel aandacht vanuit zowel praktijk als wetenschap is voor de mate van contact tussen ouders en kinderen na scheiding, is niet de kwantiteit maar kwaliteit van dit contact een belangrijke voorspeller voor mogelijk probleemgedrag van kinderen (o.a. Amato, 2010). Een betere relatiekwaliteit – waarbij o.a. sprake is van meer warmte en een betere communicatie – met zowel vader als moeder hangt samen met minder probleemgedrag (Emery, 2011; Wallerstein et al., 2000). Helaas laat onderzoek juist zien dat deze relatiekwaliteit tussen ouders en kinderen na scheiding onder druk staat: gemiddeld genomen hebben kinderen met gescheiden ouders een slechtere relatie met zowel moeder als vader (o.a. Amato, 2010).
Tenslotte is de kwaliteit van opvoeding door beide ouders na scheiding een belangrijke factor in mogelijke problemen bij kinderen. En net als de ouderkind relatie staat ook de kwaliteit van opvoeden door ouders na scheiding onder druk. Onderzoek laat zien dat ouders na scheiding gemiddeld genomen minder goede opvoeders zijn, wat o.a. tot uiting komt in het bieden van minder steun, minder controle en minder monitoring (o.a. Van der Valk, Spruijt et al., 2004). Naast de opvoeding door ouders afzonderlijk is na scheiding ook coparenting van groot belang; dit is de wijze waarop ouders gezamenlijk opvoeden. Coparenting bestaat onder meer uit wederzijds respect, ouderlijke coöperatie en communicatie (Jamison et al, 2014). Een goede kwaliteit van coparenting tussen ouders na scheiding, door middel van o.a. een coöperatieve relatie, is van groot belang voor het functioneren van kinderen na scheiding (o.a. Rejaän et al., 2020)
Bovenstaande factoren spelen elk afzonderlijk een rol in mogelijk probleemgedrag na scheiding, maar hangen daarnaast ook met elkaar samen. Zo ‘sijpelen’ conflicten tussen ouders vaak door in de ouderkind relatie en opvoeding en hebben zo een negatieve impact op alle vormen van probleemgedrag, schools functioneren, zelfvertrouwen van kinderen en sociale relaties (o.a. Van Dijk et al., 2020). Ook omgekeerd geldt dat problemen in de opvoeding na scheiding kunnen zorgen voor een toename van conflicten.
Kinderen
Een belangrijke oorzaak van de hiervoor genoemde problemen is dat het kind een ingrijpende familietransitie moet verwerken. Wallerstein en Blakeslee (1989) geven aan dat kinderen na scheiding, naast hun normale leeftijdsgerelateerde ontwikkelingstaken, een aantal specifieke ontwikkelingstaken moeten voltooien.
1. Begrijpen van de scheiding: Erkennen en accepteren dat ouders uit elkaar zijn
2. Loskomen van ouderlijke conflicten en normale dagelijkse activiteiten opnemen (‘weer kind zijn’)
3. Omgaan met gevoelens van verdriet, verlies en rouw
4. Gevoelens van woede en (zelf)verwijt erkennen en neutraliseren
5. Accepteren dat de scheiding definitief is en hoop op hereniging opgeven
6. Leren omgaan met relaties, eventueel de band met ouders herstellen/verbeteren
Grotendeels overlappend met deze kind-factoren beschrijft Pedro-Carroll (2010) het belang van effectieve coping vaardigheden (ontwikkelingstaak 6 van Wallerstein & Blakeslee), emotieregulatie (ontwikkelingstaak 3), bij-de-leeftijd passend begrip van de scheiding (ontwikkelingstaak 1), en een realistisch gevoel van controle (deels ontwikkelingstaken 5 en 6) als belangrijk in de manier waarop kinderen met de scheiding omgaan en wel of geen problemen ontwikkelen.
De ontwikkelingstaken zijn uitganspunt bij de onderbouwing van KIES, omdat hieraan gewerkt wordt. Door het uitvoeren van deze taken kunnen kinderen een positieve invloed uitoefenen op hun eigen proces van het omgaan met de situatie, hun verwerking van moeilijke dingen van de scheiding (zie ook Van den Berg, 2018) en grip krijgen op hun eigen keuzes en hun leven. Ook Wallerstein & Blakeslee hadden als uitgangspunt dat een optimale aanpassing van kinderen na scheiding wordt bereikt als bovenstaande ontwikkelingstaken goed worden doorlopen, maar het is dus ook een risicofactor voor het functioneren van kinderen wanneer één of meer van deze taken niet wordt volbracht. Zo noemt Groenhuijsen (2014) onder meer het risico dat kinderen te veel voor een ouder gaan zorgen, of meer begrijpen dan ze emotioneel aankunnen. In lijn hiermee blijkt dat als het kind zichzelf de schuld geeft van de scheiding en andere misvattingen heeft, het risico op problemen wordt vergroot (Dadds et al, 1999) (o.a. ontwikkelingstaak 4). Anderzijds blijken effectieve coping vaardigheden (ontwikkelingstaak 3) en reële opvattingen over de scheiding juist bij te dragen aan een hoger welbevinden van het kind (Pedro-Carroll, 2010; Sandler et al., 2000) (ontwikkelingstaak 5). Als laatste voorbeeld: de manier waarop kinderen conflicten oplossen is gerelateerd aan de mate van mogelijke problemen (o.a. Boring et al, 2015; Sandler et al., 1994) (ontwikkelingstaak 6).
Elk van de ontwikkelingstaken op kindniveau kan dus een bijdrage leveren aan een positieve aanpassing van kinderen aan de situatie van de ouderlijke scheiding. KIES beoogt te werken aan deze ontwikkelingstaken, om kinderen te leren beter met de scheiding van de ouders om te gaan, en zodoende te zorgen voor het voorkomen of beperken van mogelijke problemen.
3.3 Aan te pakken factoren
Zoals eerder in dit werkblad beschreven, is het hoofddoel van het KIES programma om kinderen van 7 tot 12 jaar te ondersteunen in het omgaan met de scheiding van hun ouders. KIES beoogt daarbij om mogelijke problemen rondom de scheiding, zoals een zwakke band met ouders, internaliserende of externaliserende problemen, slechte schoolprestaties en een verminderd zelfvertrouwen, van deze kinderen te voorkomen of te beperken en ervoor te zorgen dat zij een zo onbelemmerd mogelijke ontwikkeling kunnen doormaken. Bijkomend doel voor ouders is om hen te informeren over de gevolgen van de scheiding voor hun kinderen en hen handreikingen te bieden om hiermee om te gaan.
Daarbij kunnen de volgende subdoelen worden onderscheiden:
1. Het kind begrijpt de scheiding beter en veelgehoorde misconcepties van kinderen rondom de scheiding, zoals schuldgevoelens, zijn verminderd: het kind ziet de scheiding als definitief en erkent de onomkeerbaarheid ervan.
2. Het kind kan de huidige gevoelens omtrent de scheiding benoemen en herkennen.
3. Het kind is coping strategieën aangeleerd: hierop kan hij of zij een beroep doen wanneer het moet omgaan met verschillende scheidingsgerelateerde situaties, nu en in de toekomst.
4. Het kind kan effectiever met beide ouders en andere voor het kind belangrijke personen communiceren: zij kunnen bijvoorbeeld hulp vragen, hun wensen uiten, voor zichzelf opkomen (waarbij rekening wordt gehouden met de gevoelens van anderen) en eventuele loyaliteitsgevoelens aankaarten.
5. Het kind weet waar het hulp kan zoeken nadat KIES afgelopen is: kinderen met problemen krijgen verdere informatie, begeleiding, hulp waar nodig, om verergering van de problematiek te voorkomen.
Deze subdoelen van KIES sluiten aan op de zes ontwikkelingstaken van Wallerstein & Blakeslee (1989). Het KIES traject helpt kinderen namelijk om die taken goed te doorlopen door zich te richten op deze veranderbare factoren die in het kind zelf aanwezig zijn. Op deze manier worden problemen voorkomen of beperkt. Belangrijk is dat dit alles gebeurt in een vertrouwde setting, samen met kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd en vergelijkbare ervaringen, bij voorkeur op de eigen school, onder begeleiding van twee KIES coaches die de groepsveiligheid waarborgen.
KIES richt zich ook op de ouders door hen te informeren over het mogelijke effect van een scheiding op kinderen, eventuele loyaliteitsproblemen, hoe zij het contact tussen het kind en de andere ouder zouden kunnen bevorderen en waar zij eventueel hulp zouden kunnen zoeken. Op deze manier geeft KIES hen handvatten die hen kunnen helpen om verantwoord ouderschap na de scheiding voort te zetten. Dit is niet het primaire doel van KIES, maar KIES hoopt wel aan te grijpen bij enkele factoren bij ouders die een rol spelen in de mate van problemen van kinderen na een scheiding. Hieronder staat nog eens per subdoel aan welke factoren wordt gewerkt.
3.4 Verantwoording
Groepswerk (verschillen en overeenkomsten herkennen)
Een grootschalig onderzoek naar effectieve interventies concludeert dat deze gericht moeten zijn op 1) ruimte om te praten over belangrijke zaken die te maken hebben met scheiding, 2) ondersteuning bieden, 3) vaardigheden vergroten en 4) de geestelijke gezondheid van kinderen vergroten (Rose, 2009). Deze kunnen ingezet worden om de ontwikkelingstaken te volbrengen. Deze aspecten komen aan bod in de KIES methodiek, waarbij kinderen hulp wordt geboden in een groepssetting. Een groepssetting heeft een voordeel boven een individuele interventie, omdat kinderen makkelijker praten in de aanwezigheid van lotgenoten dan wanneer zij met een hulpverlener praten (Spruijt & Kormos, 2010, 2014). Daarnaast voelt het kind zich niet alleen en leert het overeenkomsten en verschillen tussen de eigen situatie en die van lotgenoten te herkennen. Zo worden bijvoorbeeld stellingen voorgelezen (zoals: “Ik heb twee kamers”) en gaan de kinderen waarop de stelling van toepassing is bij elkaar staan. Daarbij wordt het betreffende onderwerp besproken; met elkaar en met de KIES coaches. Het coaching model zorgt ervoor dat kinderen niet alleen de situatie leren analyseren, maar ook leren nadenken over wat zij ervaren of willen, of dat reëel is en/of kan en hoe zij een best haalbare oplossing kunnen bereiken. Hierdoor worden kinderen dus ondersteund bij het benoemen en herkennen van gevoelens (subdoel 2) en gestimuleerd om hierover te communiceren om verbetering in hun eigen situatie te helpen bewerkstelligen (subdoel 4). Door dit in een groep te doen wordt de ervaring van scheiding genormaliseerd. Onderzoek laat ook zien dat gevoelens van eenzaamheid verminderen wanneer het kind meedoet aan een groepsinterventie (zie bv. Klein Velderman, van Harten, & Pannebakker, 2015). Deze interventies kunnen zorgen voor een beter begrip van de scheiding (subdoel 1), nieuwe copingvaardigheden (subdoel 3) en sociale steun doordat zij zich kunnen richten tot groepsgenoten (Jordan, 2016; Klein Velderman et al., 2015).
Voor zover op dit moment bekend is, zijn er geen nadelige effecten van groepsbijeenkomsten met kinderen met gescheiden ouders. Tijdens de KIES groepen wordt de groepsveiligheid gewaarborgd door de KIES coaches, zodat er op toegezien wordt dat elk kind profijt heeft van de bijeenkomsten. Daarnaast voorkomen de eerdergenoemde contra-indicaties een onveilige groepsomgeving door kinderen met ernstige problematiek uit te sluiten van deelname aan het reguliere KIES traject. Er wordt dan gezocht naar de best aansluitende ondersteuning voor het desbetreffende kind, zoals KIES+ voor kinderen in het speciaal onderwijs. KIES coaches zijn op de hoogte van de invloed van cultuur gebonden reacties op scheiding en omgaan met emoties en zullen afstemmen op de mogelijkheden die er zijn om kinderen aan KIES te laten deelnemen. Voor alle kinderen geldt, KIES coaches zullen kinderen en hun ouders voor KIES accepteren of anders zo mogelijk, verwijzen naar voor hen meest de passende begeleiding en zorg.
Onderzoek laat zien dat kinderen die hebben meegedaan aan KIES minder probleemgedrag en schuldgevoelens ten aanzien van de scheiding vertonen, en een verbetering in de ouder-kind communicatie laten zien (Pelleboer-Gunnink, van der Valk, Branje, van Doorn, & Dekovic, 2015). Dit onderzoek laat ook zien dat KIES baat heeft bij zowel kinderen met veel scheidingsproblematiek als kinderen met weinig scheidingsproblematiek. Dit is aangetoond door te kijken of KIES anders werkt voor kinderen die veel of minder ouderlijke conflicten ervaren. Dit was niet het geval waaruit geconcludeerd kan worden dat KIES voor alle kinderen even goed werkt. Ook in de praktijk wordt niet ervaren dat kinderen zonder duidelijke problemen, meer problemen ervaren na deelname aan KIES. Kinderen laten in de praktijk juist ontwikkeling zien. Ze leren hun emoties herkennen en leren hun vragen, zorgen en wensen met hun ouders te delen. Bijvoorbeeld met de werkvorm ‘een knoop in het touw’ leren kinderen op een andere wijze om aan hun ouders duidelijk te maken dat hen iets dwars zit. Dit blijkt een belangrijke bijdrage te leveren aan het verbeteren van de communicatie tussen ouder en kind (subdoel 5).
Werkvormen
In het kader van preventie is het van belang om kinderen met gescheiden ouders tijdig een plek te bieden om het ontstaan van problemen of escalatie te voorkomen (o.a. Pedro-Carroll, 2010; Spruijt & Kormos, 2014). De begeleiding moet dan ook werkzaam zijn voor verschillende kinderen. Kinderen verschillen van elkaar wat betreft capaciteiten, talenten, interesses, motivatie, leer- en denkvoorkeuren, persoonskenmerken en sociale en culturele achtergrond. Recht doen aan deze verschillen én de behoeftes bij begeleiding is ook een uitgangspunt in de werkwijze van KIES. Er wordt derhalve gewerkt met een scala van verschillende werkvormen die door het afwisselend aanbieden altijd wel bij een kind in meer of mindere mate aansluiten. De KIES coach heeft geleerd ook aan te sluiten bij de behoefte van de groep tijdens het bieden van de werkvormen voor een zo optimaal mogelijk resultaat.
Bij het toepassen van de KIES methodiek, leren professionals zo optimaal mogelijk aan te sluiten bij kinderen en bij hun behoefte. Door aan te sluiten bij kinderen, kunnen kinderen op eigen best passende wijze hun verhaal vertellen en eigen best haalbare oplossingen leren vinden. Hierdoor hoeven kinderen zich geen slachtoffer van de scheiding en hun situatie te voelen.
Wanneer een kind leert de eigen omstandigheden te onderzoeken en daarbinnen eigen best haalbare keuzes te maken, kan het kind hierdoor zelf bij te dragen aan de oplossing van iets dat moeilijk is (Ringrose, 1993). Kinderen kunnen hun verantwoordelijkheid nemen en merken dat ze invloed hebben op hun situatie. Het is daarom dat kinderen bij KIES zelf betrokken worden bij het meedenken aan hun eigen beste oplossing bij hun situatie en ervaring, hun KIES plan, bij wat zij anders zouden willen of wat zij nog lastig vinden. Tezamen met de KIES methodiek wordt de relevantie hiervan geoefend en ervaren tijdens de training tot KIES coach door de effecten van wijzen van benaderen en begeleiden te oefenen met acteurs en ontdekken wat de effecten bij een kind kunnen zijn.
De richtlijn ‘Scheiding en problemen van jeugdigen’ stelt dat het bij interventies belangrijk is dat ‘de cliënt leert denken vanuit de eigen kracht en kwaliteit’. Het is daarom belangrijk dat dit wordt gestimuleerd (Anthonijsz et al., 2015; van der Valk et al. 2020). KIES maakt dus gebruik van verschillende werkvormen. Niet elk kind haalt namelijk voordeel uit veel praten met leeftijdsgenoten en sommige kinderen hebben meer behoefte aan creatievere werkvormen. Zij kunnen zich beter uiten door middel van een tekening of gedicht dan door praten (voorbeeld; relatietekening waarbij kinderen gezinsrelaties kleuren en aan elkaar laten zien). Anderen profiteren weer meer van een actievere werkvorm. KIES bevat daarom verschillende werkvormen zoals spel- en drama-opdrachten (voorbeeld; zittikkertje waarbij kinderen tikkertje spelen maar zich alleen mogen verplaatsen op de billen, met handen en voeten waarbij ze elkaar moeten helpen).
Uit een gerandomiseerd controleonderzoek kwam naar voren dat er geen moderatoren werden gevonden voor de relatie tussen KIES en verminderd probleemgedrag (Pelleboer-Gunnink et al., 2015). Dit geeft aan dat KIES niet beter of slechter voor verschillende kinderen werkt, maar voor allemaal even effectief is.
KIES coaching
Onderzoek toont aan dat (preventieve) interventies een positief effect hebben op het leren omgaan met scheiding door kinderen, passend bij het hoofddoel van KIES en subdoel 4 (Stathakos & Roehrle, 2003; Vélez, Wolchik, Tein, & Sandler, 2011). Stathakos en Roehrle (2003) hebben een meta-analyse uitgevoerd naar de effectiviteit van interventies gericht op scheidingskinderen. De meest effectieve interventies:
- Zijn gericht op een heterogene groep kinderen tussen 9-12 jaar (vergeleken met leeftijdsgroepen 3-8 en 6-14). Dit is ook de doelgroep waar KIES zich vooral op richt.
- Bevatten niet meer dan 10 bijeenkomsten. KIES heeft 8 bijeenkomsten
- Hebben bijeenkomsten van 60 tot 75 minuten. Kortere bijeenkomsten zijn waarschijnlijk niet intensief genoeg om emotionele en cognitieve verandering te laten zien, langere interventies zijn wellicht juist te intensief. KIES richt zich op de duur van 60 minuten.
- Hebben een medium groepsgrootte (7-9 kinderen). KIES is er voor 7-10 kinderen per groep onder begeleiding van twee KIES coaches.
- Hebben groepsleiders die een intensieve training hebben gehad. KIES coaches hebben een intensieve training gevolgd, bestaande uit 5 dagdelen.
Deelname na scheidingsmelding
Jarenlange ervaringen uit de praktijk laten zien dat directe inzet van KIES direct na de scheidingsmelding van ouders niet wenselijk is. De eerste maanden na de scheidingsmelding gebeurt en verandert er ineens veel in het leven van de kinderen en ouders. Zowel voor ouders als voor kinderen kan dit een erg moeilijke periode zijn die gepaard kan gaan met veel onzekerheid. Vanuit de praktijk wordt ervaren dat de meeste kinderen vooral in de beginperiode na de scheidingsmelding moeten wennen aan het feit dat hun ouders uiteengaan, hun eerste vragen hebben en moeten omgaan met de tot dan ervaren emoties en gebeurtenissen. Ouders moeten het ouderschapsplan nog afspreken en wonen of nog in één huis of om beurten in huis. De meeste kinderen kunnen zich dan nog geen goed beeld vormen van wat de scheiding voor hen met zich meebrengt.
Elk kind maakt een andere scheiding mee. Een ander kind kan bijvoorbeeld voorafgaand aan de scheidingsmelding al ervaren hebben dat de scheiding zijn zijn/haar ouders op komst is of bijvoorbeeld een ouder hebben die al langere tijd een andere relatie heeft. In dat geval kan het zinvol zijn dat het kind al wel kort na de scheidingsmelding aan KIES deelneemt. Het is afhankelijk van de individuele situatie van een kind of een wachttijd na de scheidingsmelding zinvol is.
Begrip en houding naar scheiding
Een belangrijk onderdeel van KIES is het verminderen van het schuldgevoel ten aanzien van de scheiding en misconcepties te herkennen en te vervangen door realistische opvattingen met betrekking tot de scheiding. Kinderen die zichzelf de schuld geven van de scheiding en andere misvattingen hebben, lopen meer risico om probleemgedrag te ontwikkelen (o.a. Pedro-Carrol & Jones, 2005; Pedro-Caroll, 2010). Interventies voor kinderen in de basisschoolleeftijd die zich richten op het verwerken en herkennen van dit soort gevoelens en meer inzicht krijgen in de scheiding zijn effectief in het voorkomen van problemen na scheiding (O’Hara, 2017; Wolchik et al., 2000). Negatieve gedachtes moeten dan worden hervormd en een positieve perceptie van het kind (van zichzelf en van het gezin) moet worden bevorderd. Deze aspecten worden onder andere aangepakt door middel van vragenkaartjes. Met behulp van de vragenkaartjes (met vragen als: ‘hoe kun jij duidelijk maken hoe jij je voelt’ en ‘is er iemand schuldig bij een scheiding’) worden kinderen uitgenodigd over hun gevoelens te praten en waar relevant een nieuw realistisch beeld te creëren. Onderzoek naar de effectiviteit van KIES laat zien dat kinderen die aan KIES deelnemen inderdaad een afname in schuldgevoel ten opzichte van de scheiding laten zien vergeleken met kinderen die niet aan KIES hebben deelgenomen (Van den Broek et al., 2013). Ook blijkt uit het populatieonderzoek van Spruijt e.a. (2005) dat kinderen die aan KIES hebben meegedaan de scheiding beter begrijpen dan kinderen die op de wachtlijst stonden. Er is hierbij o.a. gevraagd of zij begrijpen waarom hun ouders zijn gescheiden en of ze nog vragen hebben over de scheiding. Hiermee worden bijvoorbeeld subdoel 1 en 2 bereikt, ‘begrip voor scheiding en misconcepties verminderen’ en ‘huidige gevoelens omtrent scheiding benoemen en herkennen’.
Leren hulp vragen en bieden
Het KIES coaching model wordt in de bijeenkomsten ingezet om kinderen te leren met een realistische kijk op de situatie waarin het kind zich bevindt, voor hun eigen wensen en behoeften op te komen. Door middel van het KIES coaching model leren kinderen te kijken naar hun huidige situatie, hun gewenste situatie en worden zij daarbij uitgenodigd hun eventuele belemmeringen en hulpbronnen in kaart te brengen. Hierdoor krijgen ze inzicht in hun eigen situatie en wat er wel en niet mogelijk is om de gewenste situatie te bereiken. Door kinderen te leren om een beroep te doen op het eigen vermogen om met verschillende situaties om te gaan, gaan ze zich krachtiger voelen en durven ze hun eigen wensen kenbaar te maken. Ook nodigt het model het kind uit om hulp te vragen uit de vertrouwde omgeving, een belangrijke beschermende factor (Pedro-Carrol & Jones, 2005). KIES heeft daarbij een positieve insteek: kijken naar wat wél kan, binnen de eigen mogelijkheden. Dit sluit goed aan bij methodieken die met een oplossingsgerichte werkwijze werken en goede resultaten behalen (Kim & Franklin, 2009). Inzicht in de neiging van een kind om wel of niet hulp te vragen en/of te bieden gebeurt bijvoorbeeld tijdens zittikkertje. Hiermee wordt bijvoorbeeld subdoel 5 behaald ‘kind weet waar het hulp kan zoeken’.
Leren omgaan met de scheiding Onderzoek laat zien dat het werken aan probleemoplossend vermogen van kinderen een effectieve strategie is om problemen na scheiding te voorkomen. Door het kind door middel van coaching uit te dagen zelf op zoek te gaan een mogelijke oplossing, leert het kind dat hij of zij weliswaar zelf de eigenaar is van het probleem, maar ook onderdeel is van de oplossing en dat je ook hulp mag vragen om tot een oplossing te komen. Actieve coping strategieën, waarbij problemen niet worden vermeden maar juist actief worden aangepakt, hebben positieve effecten op de aanpassing van kinderen na een echtscheiding (Sandler et al., 2014; Klein Velderman et al., 2015; O’Hara, 2017). Ook zal dit het kind vertrouwen geven in zijn of haar eigen kunnen en vaardiger maken zodat het kind leert op zichzelf te vertrouwen, nu en in de toekomst. KIES werkt daarbij ervaringsgericht: kinderen gebruiken hun eigen ervaring om te zoeken naar de best passende oplossing. Dit stimuleert de motivatie en betrokkenheid (Kolb & Fry, 1974). Populatieonderzoek toont aan dat kinderen die hebben meegedaan aan KIES inderdaad beter met de scheiding kunnen omgaan dan kinderen die nog niet hebben meegedaan aan KIES (Spruijt et al., 2005). Hiermee wordt dus subdoel 3 behaald, ‘coping strategieën aanleren’.
Leren communiceren
Tot slot is een erg belangrijk aandachtspunt bij KIES om kinderen effectiever te leren communiceren met hun ouders passend bij subdoel 4 ‘effectiever met beide ouders en andere belangrijke personen communiceren’. Onderzoek toont aan dat veel kinderen weinig communicatie ervaren met hun ouders over de scheiding (Dunn, Davies, O’Connor, & Surgess, 2001), wat hen kan frustreren en tot teleurstellingen kan leiden (Ägarne-Lindberg, Wadsby, & Berterö, 2009). Recent onderzoek heeft daarnaast aangetoond dat het belangrijk is voor het welzijn van kinderen om een goede relatie te onderhouden met beide ouders (Stafford, Kuh, Gale, Mishra, & Richards, 2016). Daarom wordt met de werkvorm ‘hoe zeg je het?’ aandacht gegeven aan het effectiever leren communiceren met beide ouders. Hierbij worden bepaalde situaties voorgedragen en wordt er steeds een ander kind uitgenodigd hier iets over te zeggen. Een voorbeeld is: ‘Je wilt liever bij papa gaan wonen. Hoe vraag je dat aan mama?’. In gesprek met het kind en de groep wordt hierbij onderzocht wat de eigen echte behoefte is, bijvoorbeeld ‘papa vaker kunnen zien’ en hoe je die behoefte kenbaar kunt maken. Tevens leren kinderen dat hun wensen niet altijd gehonoreerd zullen en kunnen worden. Ze leren het belang van gevoelens en behoeftes bespreekbaar maken, je eigen gevoel erkennen en hoe ermee om kunt gaan. Wanneer kinderen nog hoop koesteren dat ouders weer bij elkaar komen, wordt in een individueel gesprek of in een groepsgesprek duidelijk gemaakt dat dit niet zal gebeuren.
Onderzoek naar KIES toont aan dat er na het volgen van KIES, beweging lijkt te komen in de contactfrequentie met vader en/of moeder (Van den Broek et al., 2013). Dit zou verklaard kunnen worden door het feit dat deze kinderen nu beter aan durven geven bij hun ouders wat zij op een bepaald moment fijn vinden. Ook toont onderzoek aan dat de ouder-kind communicatie verbetert voor de kinderen die aan KIES hebben deelgenomen, vergeleken met kinderen die niet aan KIES hebben deelgenomen (Pelleboer-Gunnink et al., 2015). Al met al leren kinderen in de bijeenkomsten beter hun zorgen, wensen en behoeften aan hun ouders kenbaar te maken en bieden zo ouders de gelegenheid om samen tot betere oplossingen te komen.
Informatiebijeenkomst en evaluatiebijeenkomst voor ouders
Zoals aangegeven in de richtlijn ‘Scheiding en problemen van jeugdigen’ is het belangrijk dat ook ouders worden betrokken bij ondersteuning (Anthonijsz et al., 2015; Van der Valk et al., 2020). Tijdens de informatiebijeenkomst en evaluatiebijeenkomst worden de subdoelen gericht op ouders bereikt. Er wordt bijvoorbeeld informatie gegeven waar ouders terecht kunnen wanneer zij vragen hebben of hulp zoeken. Daarnaast is het belangrijk dat naar ouders wordt benadrukt dat het voor kinderen belangrijk is om goed contact met beide ouders te hebben (Stafford et al., 2016) en dat zij meer bewust worden van mogelijke gevolgen van hun gedragingen op kinderen (zoals loyaliteitsconflicten) ( (Ahrons, 2007). Aangezien ernstige problematiek tussen ouders een contra-indicatie is voor KIES, is de oudercomponent niet groot. Dit maakt het voor veel ouders haalbaar om hieraan mee te doen. Onderzoek suggereert dat korte onderwijsprogramma’s die de meest essentiële informatie aan ouders geven over scheiding de potentie hebben om ouders hun bewustzijn te verhogen en daarnaast een mogelijkheid bieden om negatieve processen die geassocieerd worden met scheiding te doorbreken (Brotherson, White, & Masich, 2010). De oudercomponent bij KIES is belangrijk, maar kinderen worden niet geweigerd bij de groepsbijeenkomst wanneer een of beide ouders niet geweest zijn, en bij afwezigheid wordt bovendien vanuit de KIES coach de benodigde informatie schriftelijk of telefonisch aan ouders verstrekt. Soms wordt een afspraak gemaakt met beide ouders buiten de groepsbijeenkomsten voor ouders, en ouders kunnen gewezen worden op een interventie voor henzelf. Kortom, KIES heeft aandacht voor ouders, en secundaire subdoelen die hierop gericht zijn, maar de primaire aandacht gaat uit naar het behalen van de subdoelen bij kinderen.
4. Onderzoek
4.1 Onderzoek naar de uitvoering
Studie 1 RCT, Publicatie 2.
- A. VanderValk, I., Van den Broek, A.,Van Doorn, M. D., Deković, M., & Meeus, W. (2013). Eindrapportage KIES voor het kind! Effectonderzoek naar het preventieve interventieprogramma Kinderen In Echtscheiding Situatie. Utrecht: ZonMw eindrapport.
- B. Zie 4.2. ‘Onderzoek naar de effecten’ voor de beschrijving van dit onderzoek.
- C. Er is met dit onderzoek aangetoond dat zowel de kinderen, als de moeders en leerkrachten zeer tevreden zijn over KIES en dat de tevredenheid zelfs de toch al vrij hoge verwachtingen overtrof.
Studie 2 Quasi-experimenteel onderzoek
- A. Spruijt, E. et al. (2005). Effecten van het volgen van het KIES Programma. Publicatie in het kader van de afronding van de bachelor van studenten Pedagogiek. Utrecht: Universiteit Utrecht.
- B. Zie 4.2. ‘Onderzoek naar de effecten’ voor de beschrijving van dit onderzoek.
- C. Een belangrijk resultaat van deze studie is de tevredenheid van kinderen en ouders met KIES. KIES krijgt hoge rapportcijfers van zowel ouders als kinderen. Gemiddeld wordt de tevredenheid met KIES met een ruime 8.5 beoordeeld.
4.2 Onderzoek naar de effecten
Studie 1 RCT, Publicatie 1.
De resultaten laten zien dat KIES kinderen significant minder probleemgedrag gaan vertonen over tijd vergeleken met controlekinderen. Verder bleek er een verbetering te zijn in de ouderkind communicatie. Ook blijkt het schuldgevoel ten opzichte van de scheiding bij de kinderen die aan KIES hebben deelgenomen significant gedaald is bij de nameting. Wanneer gekeken wordt voor wie KIES werkt, kan geconcludeerd worden dat er voor elke groep wel ergens sprake is van verbetering(en). Zo blijkt bijvoorbeeld dat deelname aan KIES vooral voor jongens zorgt voor een betere relatiekwaliteit met moeder, en vooral voor jongere kinderen samenhangt met een daling in de mate van probleemgedrag. Ook wanneer het kind aanvankelijk een meer negatief gevoel heeft (zoals boosheid, verdriet en machteloosheid), of meer moeite heeft met de scheiding (onbegrip) is er meer verbetering door KIES. De veronderstelde werkzame mechanismen van KIES konden in deze studie niet aangetoond worden. Op een deel van de mediërende variabelen was een verbetering te zien voor de KIES kinderen (o.a. zichzelf de schuld geven van de scheiding), maar geen van deze variabelen bleek een significante mediator te zijn in de relatie tussen het wel of niet deelnemen aan KIES en de uitkomstvariabelen.
Studie 1 RCT, Publicatie 2.
A.
Pelleboer-Gunnink, H. A., Valk, I. E. van der, Branje, S. J. T., Doorn, M. D. van, & Deković, M. (2015). Effectiveness and moderators of the preventive intervention kids in divorce situations - A randomized controlled trial. Journal of Family Psychology, 29, 799-805.
Deze studie betreft een tweede wetenschappelijke publicatie over de effectiviteit van KIES en laat lange termijneffecten zien van het gerandomiseerde controleonderzoek naar KIES. Via randomisering van basisscholen zijn er 156 kinderen (50% jongens) geïncludeerd in twee condities: 80 kinderen hebben deelgenomen aan de interventie KIES en 76 kinderen vormden de controleconditie. De leeftijd van de kinderen was tussen 7 en 13 jaar (M = 10.1, SD = 1.2) en evenveel jongens en meisjes hebben meegedaan aan de studie. Zowel kinderen als vaders en moeders hebben op vier momenten een vragenlijst ingevuld. Dit betrof een voormeting (voordat de interventie plaatsvond), een nameting (direct na afronding), en follow-up metingen zes maanden en twaalf maanden na de interventie. Om te onderzoeken of KIES werkt is gekeken naar de uitkomstmaten ouder-kind communicatie en emotionele problemen bij het kind. Om te onderzoeken voor wie KIES werkt, is gekeken naar de moderatoren geslacht, ouderlijke conflicten en hoelang de scheiding geleden is. Verder werd gevraagd naar de verwachtingen en tevredenheid van de respondenten.
Deze twee publicaties (gebruikmakend van dezelfde data-set) wijzen uit dat er verbetering in het functioneren van kinderen is op de volgende vlakken/doelen:
- Hoofddoel: kinderen vertonen minder probleemgedrag, mindere emotionele problemen en hebben een verbeterde moeder-kind relatie
- Subdoel 1: Schuldgevoelens ten opzichte van de scheiding zijn gedaald. Hiermee is dus een veel gehoorde misconceptie verminderd.
- Subdoel 5: De ouder-kind communicatie is verbeterd.
Kortom, dat KIES werkzaam is op de lange termijn is bevestigd door een gerandomiseerd controleonderzoek naar de effectiviteit van KIES. De effecten over een periode van twaalf maanden zijn hiermee aangetoond.
Studie 2 Quasi-experimenteel onderzoek
A.
Spruijt, E. et al. (2005). Effecten van het volgen van het KIES Programma. Publicatie in het kader van de afronding van de bachelor van studenten Pedagogiek. Utrecht: Universiteit Utrecht.
B.
In dit quasi-experimentele onderzoek zijn de effecten van KIES onderzocht bij 41 kinderen (en ouders) die KIES hebben gevolgd. Deze kinderen zijn vergeleken met 13 kinderen (en ouders) die op de wachtlijst stonden om KIES te volgen. De gemiddelde leeftijd van deze kinderen is 9.7 jaar oud en kinderen zijn tussen 8 en 12 jaar. Hierbij is gekeken naar begrip van de scheiding, hoe de kinderen ermee omgaan (coping), kwaliteit van de relatie van het kind met vader en moeder, frequentie van contact met vader en moeder, internaliserende problemen (depressieve en angstgevoelens), en algemeen welbevinden. Daarnaast is de tevredenheid met het KIES programma bevraagd. Zowel kinderen, als vaders en moeders hebben een vragenlijst ingevuld.
Met de resultaten van dit onderzoek is aangetoond dat de volgende doelen met KIES aangepakt worden:
- Hoofddoel: Kinderen voelen zich beter, hebben minder depressieve gevoelens. Daarnaast hebben zij een betere ouder-kind relatie.
- Subdoel 1: Kinderen begrijpen de scheiding beter.
- Subdoel 4: Kinderen weten beter wat ze moeten doen bij problemen.
- Subdoel 7: Zij rapporteren minder waargenomen ouderlijke conflicten. Ouders hebben hun gedrag dus aangepast aan de mogelijke gevolgen.
5. Samenvatting werkzame elementen
KIES omvat de volgende werkzame elementen waardoor de gestelde doelen gerealiseerd worden:
1. KIES groepen zijn op verschillende manieren laagdrempelig: er zijn geen kosten aan verbonden voor ouders en kinderen, KIES wordt in een veilige en vertrouwde omgeving gegeven, namelijk bij voorkeur op school -onder schooltijd- zodat alle kinderen bereikt kunnen worden. Ook zijn er vrijwel geen contra-indicaties: KIES is voor alle kinderen die met een scheiding te maken hebben (gehad), ongeacht of het kind zichtbaar problemen heeft of niet.
2. Groepswerk: Lotgenotencontact zorgt ervoor dat een kind zich niet alleen voelt in een bepaalde situatie. Het kind leert overeenkomsten en verschillen tussen de eigen situatie en die van lotgenoten herkennen.
3. KIES verbetert het begrip en de houding naar scheiding: Er is een duidelijke focus op het verminderen van het schuldgevoel ten opzichte van de scheiding en bovendien om misconcepties met betrekking tot de scheiding te herkennen en te vervangen door realistische opvattingen.
4. Kinderen leren hulp vragen en bieden: Kinderen leren hun eigen gevoelens en behoeftes onderzoeken en op een betere manier kenbaar maken.
5. Kinderen leren omgaan met de scheiding: Gebruik van het KIES coachingsmodel zorgt ervoor dat ze een beroep doen op hun eigen vermogen om met lastige situaties om te gaan.
6. Ouders wordt informatie verschaft over mogelijke gevolgen van scheiding en het ontstaan van loyaliteitsproblemen waardoor zij hierop kunnen anticiperen.
7. Zowel ouders als kinderen weten waar zij hulp kunnen zoeken met betrekking tot scheidingsproblemen
Al met al leren kinderen in de bijeenkomsten beter hun zorgen, wensen en behoeften aan hun ouders kenbaar te maken en bieden zo ouders de gelegenheid om samen tot betere oplossingen te komen.
6. Aangehaalde literatuur
Ängarne-Lindberg, T., Wadsby, M., & Berterö, C. (2009). Young adults with childhood experience of divorce: Disappointment and contentment. Journal of Divorce and Remarriage, 50, 172-184.
Amato, P. R. (2000). The consequences of divorce for adults and children. Journal of Marriage and Family, 62, 1269-1287.
Amato, P.R. (2010). Research on divorce: Continuing trends and new developments. Journal of Marriage and Family, 72, 650-666.
Amato, P. R., & Keith, B. (1991). Parental divorce and the well-being of children: a meta-analysis. Psychological Bulletin, 110, 26-4.
Anthonijsz, I., Spruijt, E. & Zwikker, N. (2015). Richtlijn scheiding en problemen van jeugdigen. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut.
Ahrons, C. R. (2007). Family ties after divorce: Long‐term implications for children. Family process, 46, 53 -65.
Berg, T., van den (2018). Praten met kinderen en jongeren over scheiding. Een praktijkboek voor professionals. Bohn Stafleu Van Loghem.
Broek, A. van der., & Valk, I. E. van der (2013). KIES voor het kind! Over een preventief interventieprogramma voor scheidingskinderen. Pedagogiek in Praktijk, 75, 12-16.
Brotherson, S. E., White, J., & Masich, C. (2010). Parents forever: An assessment of the perceived value of a brief divorce education program. Journal of Divorce and Remarriage, 51, 465-490.
Buchanan, C. M., Maccoby, E. E., & Dornbusch, S. M. (1991). Caught between parents: Adolescents’ experience in divorced homes. Child Development, 62, 1008-1029.
CBS Statline (2018b). Huwen, partnerschap; sluiting en ontbinding per maand. Geraadpleegd op 14-9-2018, via https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/83519NED/table?ts=1538569953368 (31 augustus 2018).
CBS Statline (2019). Huwen, partnerschap; sluiting en ontbinding per maand. Geraadpleegd op 22-5-2019, via https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/83519NED/table?ts=1538569953368 (mei).
Chase-Landsdale, P. L., Cherlin, A. J., & Kiernan, K. E. (1995). The long-term effects of parental divorce on the mental health of young adults: A developmental perspective. Child Development, 66, 1614-1634.
Cheadle, J., Amato, P. R., & King, V. (2010). Patterns of Nonresident Father Involvement. Demography, 47, 205-226.
Crockenberg, S., & Langrock, A. (2001). The role of specific emotions in children’s responses to interparental conflict: A test of the model. Journal of Family Psychology, 15, 163-182.
Dadds, M. R., Atkinson, E., Turner, C., Blums, G. J., & Lendich, B. (1999). Family conflict and child Adjustment: Evidence for a cognitive-contextual model of intergenerational transmission. Journal of Family Psychology, 13, 194-208.
Davies, P. T., Hentges, R. F., Coe, J. L., Martin, M. J., Sturge-Apple, M. L., & Cummings, E. M. (2016). The multiple faces of interparental conflict: Implications for cascades of children’s insecurity and externalizing problems. Journal of Abnormal Psychology, 125, 664-678.
Dijk, R. van, Valk, I. E. Van der, Deković, M., & Branje, S. J. T. (2020). A Meta-Analysis on Interparental Conflict, Parenting, and Child Adjustment in Divorced Families: Examining Mediation using Meta-Analytic Structural Equation Models. Clinical Psychology Review, 79 (open access).
Dronkers, J. (1997). Zoals de ouden zongen piepen de jongen. Intergenerationele overdracht van de kans op scheiding in Nederland. Mens & Maatschappij, 72, 146-165.
Duijvestijn, P. & Noordink, T. (2013). Kinderen van gescheiden ouders in de klinische praktijk. Scheidingsspecifieke elementen in diagnostiek en behandeling op basis van een Delphi-studie. GZ-Psychologie, 1, 10-16.
Dunn, J., Davies, L. C., O'connor, T. G., & Sturgess, W. (2001). Family lives and friendships: The perspectives of children in step-, single-parent, and nonstep families. Journal of Family Psychology, 15, 272.
Emery, R. E. (2006). Divorcing emotions: Children’s pain, parents’ grief, and the result of a randomized trial mediation or litigation 12 years later. Paper presented at the International Conference on Children and Divorce, 24-27 July 2006, University of East Anglia, Norwich, UK.
Emery, R. E. (2011). Renegotiating Family Relationships: Divorce, Child Custody, and Mediation (2nd ed.). Guilford Press.
Fosco, G. M., & Grych, J. H. (2008). Emotional, cognitive, and family systems mediators of children’s adjustment to interparental conflict. Journal of Family Psychology, 22, 843-854.
Fosco, G. M., & Grych, J. H. (2010). Adolescent triangulation into parental conflicts: longitudinal implications for appraisals and adolescent-parent relations. Journal of Marriage and Family, 72, 254-266.
Groenhuijsen, L. A. (2014). Theoretisch fundament bij de aanpak van complexe scheidingen. Jeugdzorg Nederland.
Hetherington, E. M. (2014). Coping with divorce, single parenting, and remarriage: A risk and resiliency perspective. New York: Psychology Press.
Hetherington, E. M., & Stanley-Hagan, M. M. (1999). The adjustment of children with divorced parents: A risk and resiliency perspective. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 40, 129-140.
Jamison, T. B., Coleman, M., Ganong, L. H., & Feistman, R. E. (2014). Transitioning to postdivorce family life: A grounded theory investigation of resilience in coparenting. Family Relations, 63, 411-423.
Jordan, P. H. (2016). Individual Therapy with a Child of Divorced Parents. Journal of Clinical Psychology, 72, 430-443.
Jurkovic,, G.J., Thirkield, A., & Morrell, R. (2001). Parentification of adult children of divorce: A multidimensional analysis. Journal of Youth and Adolescence, 30, 245- 257.
Ince, D., Rooijen, K. van, & Verheijden, E. (2018). Wat werkt bij scheiding? Utrecht: Nederlands Jeugd Instituut.
Kalmijn, M. (2013). Long-term effects of divorce on parent–child relationships: Within-family comparisons of fathers and mothers. European Sociological Review, 29, 888-898.
Kelly, J. B., & Emery, R. E. (2003). Children's adjustment following divorce: Risk and resilience perspectives. Family Relations, 52, 352-362.
Kim, J. S. & Franklin, C. (2009). Solution-focused brief therapy in schools: A review of the outcome literature. Children and Youth Services Review, 31, 464-470.
Kinderombudsman (2014). Vechtende ouders, het kind in de knel. Adviesrapport over het verbeteren van de positie van kinderen in vechtscheidingen. Den Haag: De Kinderombudsman.
Klein Velderman, M., Dommelen, P. van, Pannebakker, F. D., & Reijneveld, S. A. (2019). Effectiveness of the Children of Divorce Intervention Program in the Netherlands. European Journal of Public Health, 29.
Klein Velderman, M., Harten, L. van, Pannebakker, F. (2015). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving ‘Stoere schildpadden.’ Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies.
Klein Velderman, M., Pannebakker, F. D., Clooestermans, P. G., & Reijneveld, S. A. (2014). Dappere Dino's: interventieprogramma voor kinderen van 6-8 jaar van gescheiden ouders. Eindrapportage evaluatie Dappere Dino’s versie 2.0. Leiden: TNO-rapport; TNO/CH 2014 R 10823.
Kolb, D. A., & Fry, R. E. (1974). Toward an applied theory of experiential learning. MIT Alfred P. Sloan School of Management.
Kolk, B. van der (2016). Traumasporen. Het herstel van lichaam, brein en geest na overweldigende ervaringen. Uitgeverij Mens!
Lam, E., & Huitema, J. (2019). Ouderschapswijzer. Welke ouder heeft welke rechten en plichten? Het ouderschap en ouderlijk gezag op hoofdlijnen. Suez advocaten.
Lansford, J. E. (2009). Parental Divorce and Children’s Adjustment. Perspectives on Psychological Science, 4, 140-153.
Leon, K. (2003). Risk and protective factors in young children’s adjustment to parental divorce: A review of the research. Family Relations, 52, 258-270.
Moritsugu, J., Wong, F. Y., & Duffy, K. G. (2010). Community Psychology. Boston: Pearson Education, Inc.
Movisie (2013). De drie decentralisaties in het sociale domein. Een overzicht in vogelvlucht. Geraadpleegd op 21-10-2018, via https://www.movisie.nl/artikel/drie-decentralisaties-sociale-domein.
O'Hara, K. L. (2017). An Online Preventive Intervention for Youth Exposed to High-Conflict Parental Divorce/Separation. Arizona: University of Arizona (dissertation).
Pedro-Carroll, J. L. (2010). Putting children first: Proven parenting strategies for helping children thrive through divorce. New York, New York: Avery (Penguin).
Pedro-Carroll, J., & Reddy, L. (2005). A preventive play intervention to foster children's resilience in the aftermath of divorce. In L. Reddy, T. Files-Hall, & C. Schaefer (Eds.), Empirically based play interventions for children. (pp.51-75). Washington, DC: American Psychological Association.
Pelleboer-Gunnink, H. A., Valk, I. E. van der, Branje, S. J. T., Doorn, M. D. van, & Deković, M. (2015). Effectiveness and moderators of the preventive intervention kids in divorce situations - A randomized controlled trial. Journal of Family Psychology, 29, 799-805.
Ploeg, J. D. van der (2013). Stress bij kinderen. Bohn Stafleu Van Loghum.
Rejaän, Z. Van der Valk, I.E., & Branje, S. J. T. (2020). Postdivorce coparenting patterns and relations with adolescent adjustment. Manuscript submitted for publication.
Rose, S.R. (2009). A review of effectiveness of group work with children of divorce. Social work with groups, 32, 222-229.
Sandler, I., Wolchik, S. A., Cruden, G., Mahrer, N. E., Ahn, S., Brincks, A., & Brown, C. H. (2014). Overview of meta-analyses of the prevention of mental health, substance use, and conduct problems. Annual Review of Clinical Psychology, 10, 243-273.
Singendonk, K., & Meesters, G. (2018). Kind en echtscheiding. Een ontwikkelingspsychologisch perspectief. Pearson Education Benelux BV.
Snels-Dolron, N. & KIES team (2019). KIES handleiding voor de KIES coach 2019. Hedikhuizen: KIES voor het kind.
Spruijt, E., & Kormos, H. (2010). Handboek scheiden en de kinderen: Voor de beroepskracht die met scheidingskinderen te maken heeft. Bohn Stafleu van Loghum.
Spruijt, E., & Kormos, H. (2014). Handboek scheiden en de kinderen: Voor de beroepskracht die met scheidingskinderen te maken heeft. Bohn Stafleu van Loghum.
Spruijt, E. et al. (2005). Effecten van het volgen van het KIES-Programma. Publicatie in het kader van de afronding van de bachelor van studenten Pedagogiek. Utrecht: Universiteit Utrecht.
Stafford, M., Kuh, D. L., Gale, C. R., Mishra, G., & Richards, M. (2016). Parent–child relationships and offspring’s positive mental wellbeing from adolescence to early older age. The Journal of Positive Psychology, 11, 326-337.
Stathakos, P. & Roehrle, B. (2003). The effectiveness of intervention programmes for children of divorce: A meta-analysis. International Journal of Mental health Promotion.
Swartz-Den Hollander, E., Valk, I. E. van der, Dekoviċ, M., & Branje, S. J. T. (2020). Parental divorce and children’s adjustment: An updated meta-analysis. Manuscript submitted for publication.
Turner, G. (1999). Peer support and young people’s health. Journal of Adolescence, 22, 567-572.
Valk, I. E. van der, Muijselaar, M. M. L., Doorn, M. D. van, Broek, A. E. M. van den, Wijsbroek, S. A. M., Meeus, W. H. J. & Dekovic, M. (2013). Veel jongeren ervaren scheidingsleed. Jeugdkennis, 7, 1-7.
VanderValk, I., Van den Broek, A.,Van Doorn, M. D., Deković, M., & Meeus, W. (2013).
Eindrapportage KIES voor het kind! Effectonderzoek naar het preventieve interventieprogramma Kinderen In Echtscheiding Situatie. Utrecht: ZonMw eindrapport.
Valk, I. E. van der, Van den Berg, G., Van der Veldt, M. C., & Anthonijsz, I. (2020). Revisie Richtlijn Scheiding en problemen van jeugdigen voor jeugdhulp en jeugdbescherming. Utrecht: Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk, Nederlands Instituut van Psychologen, Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen.
VanderValk, I., & Spruijt, E. (2004). De gevolgen van echtscheiding voor kinderen. JOOK, Jaarboek voor Ontwikkelingspsychologie, Orthopedagogiek en Kinderpsychiatrie, 6, 324-342.
Valk, I. van der, Spruijt, E., Goede, M. de, Meeus, W., & Maas, C. (2004). Marital status, marital process, and parental resources in predicting adolescents’ emotional adjustment: A multilevel analysis. Journal of Family Issues, 25, 291-317.
Vélez, C., Wolchik, S., Tein, J.-Y., & Sandler, I. (2011). Protecting children from the consequences of divorce: a longitudinal study of the effects of parenting on children’s coping processes. Child Development, 82, 244–57.
Voert, M. J. ter (2019). Factsheet 2019-1. Scheidingen 2018; Gerechtelijke procedures en gesubsidieerde rechtsbijstand. Den Haag: Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, Ministerie van Veiligheid en Justitie.
Voert, M. ter (2020). Scheidingen 2019. Gerechtelijke procedures en gesubsidieerde Rechtsbijstand. Den Haag: WODC; Fact sheets 2020-01.
Wallerstein, J. S., & Blakeslee, S. (1989). Second Chances: Men. Women, and Children a Decade After Divorce, 306.
Wallerstein, J. S., Lewis, J. M., & Blakeslee, S. (2000). The unexpected legacy of divorce: A 25 year landmark study. Hyperion.
Wang, M. T., & Eccles, J. S. (2012). Social Support Matters: Longitudinal Effects of Social Support on Three Dimensions of School Engagement from Middle to High School. Child Development, 83, 877 – 895.
Windle, M. (1992). A longitudinal study of stress buffering for adolescent problem behaviors. Developmental Psychology, 28, 522–530.
Wolchik, S. A., West, S. G., Sandler, I. N., Tein, J. Y., Coatsworth, D., Lengua, L., ... & Griffin, W. A. (2000). An experimental evaluation of theory-based mother and mother–child programs for children of divorce. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 68, 843-856.
Wolchik, S., Sandler, I., Millsap, R., Plummer, B., Greene, S., Anderson, E., … Haine, R. (2002). Six-year follow-up of preventive interventions for children of divorce. Journal of the American Medical Association, 288, 1874.
Samenwerking erkenningstraject
Het erkenningstraject wordt in samenwerking uitgevoerd door het Nederlands Jeugdinstituut (NJi), het RIVM Centrum Gezond Leven (CGL), het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), het Kenniscentrum Sport & Bewegen, Vilans, het Trimbos Instituut en MOVISIE. Door samen te werken aan het beoordelen van interventies volgens eenduidige criteria streven wij naar kwaliteitsverbetering in de betrokken werkvelden.